Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze bestemd is. Gebruik nooit
een beschadigde lader of batterij.
Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij. Dit kan bijvoorbeeld
gebeuren wanneer een metalen voorwerp zoals een munt, paperclip of pen direct
contact maakt met de positieve (+) en negatieve (-) polen van de batterij. (De
polen zien eruit als metalen strips.) Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een
reservebatterij in uw zak of tas meeneemt. Kortsluiting van de polen kan schade
veroorzaken aan de batterij of aan het voorwerp waarop deze is aangesloten.
De capaciteit en de levensduur van batterijen nemen af wanneer u deze op hete of
koude plaatsen bewaart (zoals in een afgesloten auto in de zomer of in winterse
omstandigheden). Probeer de batterij te bewaren onder een temperatuur die
tussen 15°C en 25°C ligt. Een apparaat met een warme of koude batterij kan
gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig is
opgeladen. De batterijprestaties zijn beduidend minder in temperaturen onder het
vriespunt.
Gooi batterijen nooit in een vuur! Verwerk batterijen in overeenstemming met de
lokale regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooi
batterijen niet weg met het huishoudafval.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door
Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Als u andere typen
gebruikt, kan de goedkeuring of garantie vervallen. Bovendien kan dit
gevaarlijk zijn.
Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde accessoires. Trek
altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u toebehoren loskoppelt.
Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
203