gebruikt om een WAP-verbinding te maken, moet u voor assistentie contact
opnemen met uw serviceprovider als u voor het eerst een verbinding maakt.
Bij veel serviceproviders moet u een Internet-toegangspunt gebruiken als
standaardtoegangspunt. Bij andere netwerkoperatoren kunt u een WAP-
toegangspunt gebruiken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie.
Begin bovenaan bij het invullen van de instellingen, want het hangt af van de
dataverbinding die u selecteert
beschikbaar zijn.
•
Naam verbinding
- Dit is een beschrijvende naam voor de verbinding.
•
Drager gegevens
- U kunt kiezen voor
van de geselecteerde dataverbinding zijn alleen bepaalde velden beschikbaar.
Vul alle velden in die zijn voorzien van een sterretje of de aanduiding
definiëren. De overige velden hoeft u alleen in te vullen als uw provider dat
aangeeft.
Als u een dataverbinding wilt gebruiken, moet de netwerkoperator of de
serviceprovider deze functie ondersteunen en deze zo nodig activeren op uw SIM-
kaart.
•
Naam toegangspunt
met het GPRS-netwerk te kunnen maken. De naam van het toegangspunt
wordt u verstrekt door de netwerkoperator of serviceprovider.
•
Inbelnummer
(alleen voor data-oproepen) - Dit is het telefoonnummer van de
modem van het toegangspunt.
Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
(Drager
gegevens) welke instellingsvelden
GPRS
(alleen voor GPRS) - Deze naam is nodig om verbinding
of Gegevensoproep. Afhankelijk
Te
145