Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn bijvoorbeeld:
•
Geschikte veiligheidshandschoenen
•
Veiligheidsschoenen
•
Nauwsluitende veiligheidskleding
•
Gehoorbescherming
•
Veiligheidsbril
Persoonlijke beschermingsmiddelen voor de desbetreffende werkzaamheid vastleggen en
ter beschikking stellen.
Alleen persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken, die zich in deugdelijke toestand
bevinden en effectieve bescherming bieden.
Persoonlijke beschermingsmiddelen aanpassen aan de persoon, bijvoorbeeld zijn lengte.
Ongeschikte kleding en sieraden afdoen (bijv. ringen, kettingen) en bij lang haar een
haarnetje dragen.
2.4.13
Veiligheidsaanduidingen aan de machine
Veiligheidsstickers aan de machine waarschuwen voor gevaren op gevaarlijke plaatsen en zijn
een belangrijk onderdeel van de veiligheidsuitrusting van de machine. Ontbrekende
veiligheidsstickers verhogen het risico van ernstig en dodelijk letsel van personen.
Vervuilde veiligheidsstickers reinigen.
Veiligheidsstickers na elke reiniging controleren op volledigheid en leesbaarheid.
Ontbrekende, beschadigde en onherkenbaar geworden veiligheidsstickers onmiddellijk
vervangen.
Vervangingsonderdelen voorzien van de voorgeschreven veiligheidsstickers.
Beschrijvingen, toelichtingen en bestelnummers van de veiligheidsstickers,
2.4.14
Verkeersveiligheid
Gevaren bij rijden op de weg
Wanneer de machine de door het nationale recht voorgeschreven maximale afmetingen en
gewichten overschrijdt en niet volgens de voorschriften is verlicht, kunnen tijdens het rijden op
de weg andere verkeersdeelnemers in gevaar worden gebracht.
Zorg er vóór het rijden op de weg voor dat de maximaal toegelaten afmetingen, gewichten,
as-, steun- en aanhanglasten niet worden overschreden die volgens de nationale wetgeving
gelden voor het rijden op de openbare weg.
Voor het rijden op de weg de desbetreffende verlichting inschakelen en de functie ervan
controleren.
Voor het rijden op de weg alle afsluitkranen voor de hydraulische voorziening van de
machine tussen trekker en machine sluiten.
Voor eht rijden op de weg de besturingsapparaten van de trekker in neutrale stand brengen
en vergrendelen.
Gevaren bij het rijden op de weg en in het veld
Aangekoppelde en aangebouwde machines veranderen de rijeigenschappen van de trekker. De
rijeigenschappen zijn ook afhankelijk van de bedrijfstoestand en van de ondergrond. Wanneer
de bestuurder geen rekening houdt met veranderde rijeigenschappen, kan hij ongevallen
veroorzaken.
Neem de maatregelen voor het rijden op de weg en in het veld in acht,
KWT 1600
Originele handleiding 150000169_04_nl
Fundamentele veiligheidsaanwijzingen
Veiligheid
2
2.4
zie
pagina 27.
zie
pagina 62.
19