6.4.3.1
Waaier draaien
6.4.3.2
Koelmiddel controleren
FKT 63.1
180°
Fig. 8: Koelsysteem: Koelmiddel controleren
FKT 50.1, 57, 63.1
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo Motor FKT 50.1, 57, 63.1, 63.2 + EMU FA
Installatie en elektrische aansluiting
ƒ
Koelmiddel controleren.
ƒ
Controleer de olie in de afdichtingsruimte (alleen FKT 63.2).
WAARSCHUWING
Scherpe randen op waaier en zuigaansluiting!
Op de waaier en de zuigaansluiting kunnen scherpe randen ontstaan. Er bestaat ge-
vaar voor amputatie van ledematen! Het is verplicht om veiligheidshandschoenen te
dragen om snijwonden te voorkomen.
‡
De pomp is niet aangesloten op het elektriciteitsnet!
‡
De beschermingsuitrusting wordt gebruikt!
1. Pomp verticaal op een vaste ondergrond neerzetten. WAARSCHUWING! Beknel-
lingsgevaar voor handen. Zorg ervoor dat de pomp niet kan omvallen of weg-
glijden!
2. Grijp voorzichtig en langzaam via het drukstuk in de hydraulische huis en draai de
waaier.
Motor FKT 50.1, 57, 63.1
+
Koelmiddel vullen/ontluchten
-
Koelmiddel aftappen
‡
De pomp is niet geïnstalleerd.
‡
De pomp is niet aangesloten op het elektriciteitsnet.
+
‡
De beschermingsuitrusting wordt gebruikt!
1. Plaats de pomp verticaal op een stevige ondergrond.WAARSCHUWING! Beknel-
lingsgevaar voor handen. Zorg ervoor dat de pomp niet kan omvallen of weg-
glijden!
2. Plaats een geschikt reservoir om de bedrijfsstof in op te vangen.
3. Schroef de sluitplug (+) eruit.
-
4. Schroef de sluitplug (-) eruit en tap de bedrijfsstof af. Als er een afsluitkogelkraan
aan de uitlaatopening is aangebracht, moet deze voor aftappen worden geopend.
5. Bedrijfsstof controleren:
⇒ Als de bedrijfsstof helder is, kan deze opnieuw worden gebruikt.
⇒ Als de bedrijfsstof vervuild (troebel/donker) is, moet er nieuwe bedrijfsstof
worden gevuld. De oude bedrijfsstof moet conform de lokale voorschriften
worden afgevoerd!
⇒ Mochten er in de bedrijfsstof metaalspanen aanwezig zijn, moet contact wor-
den opgenomen met de servicedienst!
6. Als er een afsluitkogelkraan aan de uitlaatopening is aangebracht, moet deze wor-
den gesloten.
7. Reinig de sluitplug (-), voorzie deze van een nieuwe dichtingsring en draai deze er
weer in. Max. aandraaimoment: 8 Nm (5,9 ft·lb)!
8. Vul de bedrijfsstof via de opening van de sluitplug (+).
⇒ De opgegeven bedrijfsstofsoort en -hoeveelheid moeten worden aangehou-
den! Als een bedrijfsstof opnieuw wordt gebruikt, moet ook de hoeveelheid
worden gecontroleerd en indien van toepassing worden aangepast!
9. Reinig de sluitplug (+), voorzie deze van een nieuwe dichtingsring en draai deze er
weer in. Max. aandraaimoment: 8 Nm (5,9 ft·lb)!
nl
21