GASBRANDERS
Problemen met de gasbrander oplossen
Als er fouten worden weergegeven op de CLIMATIC™
• Reset de CLIMATIC™.
• Controleer de spanning: 230 V na stroomonderbreker.
• Controleer of de GASafsluiters geopend zijn.
• Controleer de gasdruk bij de inlaat van de gaskleppen. Deze moet > 20 mbar zijn wanneer de branders uit gaan.
• Pas de setpoints van de brander aan bij de prioriteiten. Verhoog de kamertemperatuurinstelling tot een temperatuur die hoger is
dan de daadwerkelijke kamertemperatuur.
trap
Normale werking
Groene, gele en rode
Verwarming benodigd
led AAN
De afzuigventilatoren
Lampje AAN
zijn in werking
Na 30 tot 45 seconden
van pre-ventilatie moet
Afzuigventilator in AAN
de elektrode een vonk
geven.
Doorgaande ventilatie,
Na enkele seconden
en er zijn ook vonken
ontsteekt de gasbrander.
van de elektrode.
• 58 •
Diagnosetabel voor baltic gasbrander
Mogelijke storing
Alle leds UIT
→ storing aan de thermostaat
van de ventilator
Gele en rode led UIT
→ onvoldoende gastoevoer
Rode led UIT
→ storing aan de overve-
rhittings-thermostaat op de
steunbalk van de gasbrander
Na 10 seconden
veiligheidsstop door het
regelblok van de ontsteking
Er gebeurt niets
Doorgaande ventilatie zonder
dat de elektrode vonkt
Na 4 seconden brandt de
gasbrander nog steeds
niet. Het regelblok van
de ontsteking sluit uit
veiligheidsoverwegingen de
gastoevoer af.
Binnen vier seconden
gaat de gasbrander
branden, maar regelblok
van de ontsteking sluit uit
veiligheidsoverwegingen
TOCH de gastoevoer af.
Actie
Controleer de aansluitingen
van de ventilatorthermostaat.
Controleer de opening van de
gasklep en de toevoerdruk
Controleer de werking van
de thermostaat na een
handmatige reset
Controleer de aansluitingen
van de bedieningskast van de
gasklep
Controleer de impedantie van
de klepspoelen: (1) = 2.90kΩ;
(2) = 1.69kΩ
Controleer of het
ventilatorwiel vrij beweegt
Controleer de elektrische
aansluiting van de
gasontsteking en op de EF-
aansluitkaart.
Controleer voedingsspanning
ventilator.
Controleer de
ontstekingselektrode
Controleer het drukverlies bij
de drukschakelaar: Dit moet
hoger zijn dan 165 Pa
+ controleer de juiste werking
van de drukschakelaar met
een ohmmeter en door
kunstmatig een drukverlaging
te maken in de buis.
Controleer de injectiedruk
tijdens het opstarten (waarde
voor hoogvermogen verhitter)
Verwijder de bedieningskast
van het gasblok.
Controleer de plaats en de
aansluiting van de ionisatie-
sensor. De sensor mag niet
geaard zijn (230 V).
Controleer dat het R.C.- circuit
van de transformator van de
gasbrander goed is aangeslo-
ten op een neutrale polariteit.
Meet de ionisatiestroom.
Deze moet groter zijn dan 1,5
microampère.
Controleer het type gas.
BALTIC-IOM-1305-D / Bedieningshandleiding
Mogelijke oplossing
Vervang de thermostaat
Herstel de gastoevoer
Vervang de thermostaat
Controleer de aansluitingen
van het regelblok van de klep
Vervang de klep
Vervang ventilator
Vervang zo nodig de EF-kaart
Herpositioneer de slang van
de drukschakelaar
Vervang de drukschakelaar.
Verwijder de lucht uit de
gasleidingen.
Stel de injectiedruk af op de
waarde voor hoogvermogen
verhitten.
Wijzig de bedieningskast
van het gasblok als de
gasafsluiter goed werkt.
Controleer de gehele
stroomvoorziening.
Stel de toevoer- en
injectiedruk anders af als
een andere soort aardgas
dan G20 wordt gebruikt,
bijvoorbeeld G25-gas uit
Groningen.