INBEDRIJFSTELLING
De componenten bevinden zich binnenin de unit of in een aparte doos en moeten door een gekwalifi ceerd
technicus worden geïnstalleerd.
!
Let op: Bij toepassing van een platenwarmtewisselaar moet de intrede voorzien worden van een fi lter.
Deze fi lters moeten alle deeltjes met een diameter groter dan 1 mm verwijderen.
WERKINGSGEBIED
Controleer voor elk gebruik de werkingslimieten van de unit. In deze tabellen vindt u alle gegevens over de toelaatbare grenswaarden.
Raadpleeg «Risico-analyse en gevaarlijke situaties volgens de richtlijn 97/123» in de BIJLAGE aan het eind van de IOM, of bij de
unit geleverd.
!
WAARSCHUWING: het is zeer belangrijk dat de unit steeds binnen deze limieten blijft werken.
Luchtgekoelde Baltic™
Werkingslimieten koelmodus
Max. buitentemp. bij binnen 27°C DB / 19°C WB
Max. buitentemperatuur bij uitladen
Min. buitentemp. bij binnen 20°C DB
Max. binnenstr.temp. verdamp.batt. bij buiten 38°C DB
Min. binnenstr.temp. verdamp.batt. bij buiten 35°C DB
Werkingslimieten warmtepompmodus
Min. buitentemp. bij binnen 20°C DB (8)
Min. binnenstr.temp. verdamp.batt. bij buiten 7°C DB
Watergekoelde Baltic™
Werkingslimieten koelmodus
Max. inlaatwatertemp. bij binnen 27°C DB / 19°C WB
Max. inlaatwatertemperatuur bij uitladen
Min. inlaatwatertemperatuur bij binnentemp. van 20°C DB
Max. inlaatwatertemperatuur 100% verse lucht bij buitentemp. 35°C
Werkingslimieten warmtepompmodus
Min. inlaatglycolwatertemp. bij binnen 20°C DB
Min. buitentemp. bij uitladen
Min. binnenstr.temp. verdamp.batt. bij buiten 7°C DB
BALTIC-IOM-1305-D / Bedieningshandleiding
Maat
24
30
38
°C
48
46
46
°C
no
50
50
°C
-5
-5
-5
°C
35
35
35
°C
18
18
18
°C
-12
-12
-12
°C
5
5
5
45
52
°C
46
46
°C
48
48
°C
25
25
°C
38
38
°C
-15
-15
°C
-17
-17
°C
7
7
42
45
52
57
45
48
46
46
50
no
50
50
-5
-5
-5
-5
35
35
35
35
18
18
18
18
-12
-12
-12
-12
5
5
5
5
57
65
46
46
48
48
25
25
38
38
-15
-15
-17
-17
7
7
65
75
85
46
48
48
50
50
50
-5
-5
-5
35
35
35
18
18
18
-12
-12
-12
5
5
5
75
85
46
46
48
48
25
25
38
38
-15
-15
-17
-17
7
7
• 39 •