16 Configuratie
Instelling: Selectie thermostaatsensor
Deze
instelling
moet
overeenstemmen
thermostaatsensor van de afstandsbediening wordt gebruikt.
Wanneer de thermostaatsensor van de
afstandsbediening...
Wordt gebruikt in combinatie met de
thermistor van de binnenunit
Niet wordt gebruikt (alleen thermistor
binnenunit)
Exclusief wordt gebruikt
Instelling: Thermostaatsensor in groepbesturing
Deze
instelling
moet
overeenstemmen
thermostaatsensor van de afstandsbediening in groepsbesturing
wordt gebruikt.
Als u wil ... gebruiken
Alleen sensor van de unit (of de
afstandssensor (indien geïnstalleerd)
Sensor van de unit (of afstandssensor
(indien geïnstalleerd)) EN
(b)(c)
afstandsbedieningssensor
(a)
Als instelling 10(20)-6-01 + 10(20)-2-01 of 10(20)-2-02 of
10(20)-2-03 tegelijk worden ingesteld, dan heeft de instelling voor
groepsverbinding: 10(20)-6-01 voorrang.
(b)
Als instelling 10(20)-6-02 + 10(20)-2-01 of 10(20)-2-02 of
10(20)-2-03 tegelijk worden ingesteld, dan heeft instelling
10(20)-2-01 of 10(20)-2-02 of 10(20)-2-03 voorrang.
(c)
Bij gebruik van de afstandsbedieningssensor in groepsbesturing,
stel 10(20)-6-02 en 10(20)-2-03 in.
Instelling: Omschakeling thermostaatdifferentieel (als remote
sensor wordt gebruikt)
Als het systeem over een remote sensor beschikt, de stappen voor
verhogen/verlagen instellen.
Als u de stappen wil veranderen in...
1°C
0,5°C
Instelling: Differentieel voor automatische omschakeling
Stel het temperatuurverschil tussen het instelpunt koelen en het
instelpunt verwarmen in de automatische stand in (beschikbaarheid
afhankelijk van het systeemtype). Het differentieel is het instelpunt
koelen min het instelpunt verwarmen.
(1)
Lokale instellingen worden als volgt gedefinieerd:
• M: Standnummer – Eerste cijfer: voor groep units – Cijfer tussen haakjes: voor afzonderlijke unit
• SW: Nummer instelling
• —: Waardenummer
•
: Standaard
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
20
met
hoe/of
de
(1)
Dan
M
SW
—
10 (20)
2
01
02
03
met
hoe/of
de
(1)
Dan
M
SW
—
10 (20)
6
01
(a)
02
(1)
Dan
M
SW
—
12 (22)
2
01
02
Als u wil ...
Dan
instellen
M
SW
0°C
12 (22)
1°C
2°C
3°C
4°C
5°C
6°C
7°C
Instelling: Automatisch herstarten na stroomonderbreking
Afhankelijk van de behoeften van de gebruiker, kan u automatisch
herstarten na een stroompanne activeren/deactiveren.
Als u automatisch herstarten na
stroomonderbreking wil...
Gedeactiveerd
Geactiveerd
Instelling: Instelling T1/T2-input
Afstandsbediening is mogelijk door overdracht van de externe input
op de klemmen T1 en T2 van de klemmenstrook voor bedrading van
de gebruikersinterface en de transmissie.
F2
T1
T2
FORCED
a
OFF
b
Input A
a
Geforceerd UIT
b
Input A
Bedradingsvereisten
Kabelspecificatie
Draaddikte
Kabellengte
Specificaties extern contact
Deze instelling moet overeenstemmen met de behoeften van de
gebruiker.
Als u wil ... instellen
Geforceerd UIT
AAN/UIT-werking
Nood (aanbevolen voor alarmwerking)
Geforceerd UIT - multi-gebruikers
Koppelingsinstelling A
Koppelingsinstelling B
(1)
Voorbeeld
—
4
01
koelen 24°C/
verwarmen 24°C
02
koelen 24°C/
verwarmen 23°C
03
koelen 24°C/
verwarmen 22°C
04
koelen 24°C/
verwarmen 21°C
05
koelen 24°C/
verwarmen 20°C
06
koelen 24°C/
verwarmen 19°C
07
koelen 24°C/
verwarmen 18°C
08
koelen 24°C/
verwarmen 17°C
(1)
Dan
M
SW
—
12 (22)
5
01
02
Ommanteld vinylsnoer of 2-
aderige kabel
2
0,75~1,25 mm
Maximum 100 m
Contact dat de minimale
belasting van DC15V, 1 mA kan
onderbreken
(1)
Dan
M
SW
—
12 (22)
1
01
02
03
04
05
06
FXMQ-A
VRV-systeemairconditioner
3P701545-1B – 2022.12