12 Installatie van de unit
a
Schroeven voor kanaalflenzen (accessoire)
b
Flens (op de unit)
c
Hoofdunit
d
Isolatie (lokaal te voorzien)
e
Stoffen kanaal (lokaal te voorzien)
f
Aluminiumtape (lokaal te voorzien)
▪ Filter. Monteer een luchtfilter in het luchtkanaal aan de
luchtinlaatzijde. Gebruik een luchtfilter met een afscheidingsgraad
van ≥50% (gravimetrische methode).
12.2.3
Richtlijnen bij de installatie van de
afvoerleiding
Zorg ervoor dat het condenswater goed kan worden afgevoerd. Dit
omvat:
▪ Algemene richtlijnen
▪ Koelmiddelleiding aansluiten op de binnenunit
▪ Controleren op waterlekken
Algemene richtlijnen
▪ Leidinglengte. Houd de afvoerleiding zo kort mogelijk.
▪ Leidingmaat. De leidingmaat moet gelijk aan of groter dan de
verbindingsleiding zijn (plastic buis met een nominale diameter
van 25 mm en buitendiameter van 32 mm).
▪ Helling. De afvoerleiding moet afhellen (minstens 1/100) om te
voorkomen dat er lucht in de leiding blijft zitten. Gebruik
hangstaven zoals afgebeeld.
1~1.5 m
a
Ophangbeugel
Toegestaan
Niet toegestaan
▪ Condensatie. Neem maatregelen tegen condensatie. Isoleer de
volledige afvoerleiding in het gebouw.
▪ Afvoerleidingen combineren. Afvoerleidingen kunnen worden
gecombineerd. Gebruik afvoerleidingen en T-stukken met de
juiste diameter voor de werkingscapaciteit van de units.
a
T-stuk
Afvoerleiding aansluiten op de binnenunit
OPMERKING
Een slechte aansluiting van de afvoerslang kan lekken
veroorzaken
en
schade
installatieruimte en de omgeving.
a
Aansluiting afvoerleiding
b
Koelmiddelleidingen
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
14
a
a
a
berokkenen
aan
a b
Aansluiting afvoerleiding
1 Verwijder de afvoerplug.
2 Installeer de adapter voor de afvoerslang (lokaal te voorzien).
3 Duw de afvoerslang zo ver mogelijk over de adapter voor de
afvoerslang.
4 Draai de metalen klem vast tot er minder dan 4 mm tussen de
schroefkop en het metalen klemdeel zit.
5 Controleer
op
waterlekken" [ 4 14]).
6 Installeer het isolatiedeel (afvoerleiding).
a
b
c
a
Binnenunit
b
BSP 1" binnendraad
c
Adapter (lokaal te voorzien)
d
Metalen klem (lokaal te voorzien)
e
Isolatiemateriaal voor afvoerleiding (lokaal te voorzien)
Controle op waterlekken
De procedure verschilt afhankelijk van of de installatie van het
systeem al voltooid is of niet. Wanneer de installatie van het
systeem nog niet voltooid is, sluit u de gebruikersinterface en de
voeding tijdelijk aan op de unit.
Wanneer de installatie van het systeem nog niet voltooid is
1 Sluit de elektrische bedrading tijdelijk aan.
▪ Verwijder het servicedeksel.
▪ Sluit de elektrische voeding aan.
▪ Sluit de gebruikersinterface aan.
▪ Breng het servicedeksel weer aan.
c
de
a
Klemmenstrook gebruikersinterface
b
Klemmenstrook voeding
c
Servicedeksel met bedradingsschema
2 Schakel de voeding IN.
3 Begin de werking met alleen ventileren (zie de uitgebreide
handleiding
of
gebruikersinterface).
4 Giet langzaam ongeveer 1 l water in de afvoerbak en controleer
op waterlekken.
waterlekken
(zie
"Controle
d
e
a
L N
de
servicehandleiding
VRV-systeemairconditioner
3P701545-1B – 2022.12
op
b
van
de
FXMQ-A