14 Elektrische installatie
a
b
c
d
e
a
Lokale leiding
b
Zeskantbout (M10×40)
c
Veerring (accessoire)
d
Bijgeleverde leiding
e
Afdichting (op de bijgeleverde leiding)
f
Binnenunit
OPMERKING
▪ Braseer de bijgeleverde leiding (accessoire) aan de
lokale koelmiddelleiding (lokaal te voorzien) alvorens
de bijgeleverde leiding aan de unit te bevestigen.
▪ Soldeer de koelmiddelleiding NIET rechtstreeks op de
binnenunit.
VOORZICHTIG
Hergebruik GEEN afdichting (op de bijgeleverde leiding).
Gebruik altijd nieuwe afdichting om koelmiddelgaslekken te
voorkomen.
3 Isoleer de koelmiddelleiding op de binnenunit als volgt:
A
a
b a
A
B
A
Vloeistofleiding
B
Gasleiding
a
Isolatiemateriaal (lokaal te voorzien)
b
Kabelbinder (lokaal te voorzien)
c
Bijgeleverde leiding (accessoire)
d
Zeskantbout en veerring (accessoire)
e
Aansluiting koelmiddelleiding (bevestigd op de unit)
f
Unit
OPMERKING
Zorg ervoor dat de hele koelmiddelleiding is geïsoleerd.
Blote leidingen kunnen condensatie veroorzaken.
14
Elektrische installatie
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Gebruik voor de stroomkabels ALTIJD meeraderige kabel.
WAARSCHUWING
Gebruik een alpolige schakelaar met een contactscheiding
van minstens 3 mm om het contact volledig te verbreken
onder overspanningscategorie III.
WAARSCHUWING
Als het netsnoer beschadigd is, MOET de fabrikant, zijn
vertegenwoordiger,
zijn
gelijkaardige bevoegde personen het snoer vervangen om
een gevaarlijke situatie te voorkomen.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
16
f
B
a
b
e f
a
b
a
c
a
d
e
f
servicevertegenwoordiger
of
WAARSCHUWING
Om gevaar als gevolg van het per ongeluk resetten van de
thermische beveiliging te voorkomen, mag dit toestel NIET
worden gevoed via een externe schakelinrichting zoals een
timer of zijn aangesloten op een circuit dat regelmatig IN-
en UITgeschakeld wordt door de voorziening.
14.1
Specificaties van standaard
bedradingscomponenten
Onderdeel
(a)
Voedingska
MCA
bel
Spanning
Fase
Frequentie
Draaddikte
n
Transmissiebedrading
montagehandleiding van de buitenunit
Kabel
0,75 tot 1,25 mm
gebruikersinterface
Aanbevolen lokale
zekering
Reststroomapparaat
Moeten voldoen aan de toepasselijke
(a)
MCA=Minimum circuitampère. De opgegeven waarden zijn
maximumwaarden (zie elektrische data van binnenunit voor
precieze waarden).
14.2
Elektrische bedrading aansluiten
op de binnenunit
OPMERKING
▪ Volg het bedradingsschema (bij de unit geleverd, op de
binnenkant van het servicedeksel).
▪ Voor instructies over de aansluiting van de optionele
apparatuur, zie de bij optionele apparatuur geleverde
montagehandleiding.
▪ Zorg ervoor dat de elektrische bedrading goed zit zodat
het servicedeksel nadien weer goed kan worden
aangebracht.
De bedrading van de voeding en van de transmissie moeten
afzonderlijk worden gehouden. Beide bedradingen moeten ALTIJD
op minstens 50 mm van elkaar worden gehouden om eventuele
elektrische storingen te voorkomen.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de voedingskabel en de transmissiekabel
van elkaar gescheiden blijven. De transmissiebedrading en
de voedingsbedrading mogen kruisen, maar ze mogen
NIET parallel lopen.
1 Verwijder het servicedeksel.
2 Kabel gebruikersinterface: Steek de kabel door de opening
voor de kabel en sluit hem aan op het klemmenblok (P1, P2).
3 Transmissiekabel: Steek de kabel door de opening voor de
kabel en sluit hem aan op de klemmenstrook (de symbolen F1,
F2 moeten overeenstemmen met die op de buitenunit). Bundel
Klasse
200
250
4,3 A
5,2 A
220~240 V/220 V
1~
50/60 Hz
2
1,5 mm
(3-aderige kabel)
H07RN-F (60245 IEC 66)
Voor specificaties, zie de
2
(2-aderige kabel)
H05RN-F (60245 IEC 57)
Lengte ≤500 m
6 A
wetgeving
FXMQ-A
VRV-systeemairconditioner
3P701545-1B – 2022.12