Afstandsbediening
U kunt uw faxmachine bellen vanaf ieder willekeurige toetstelefoon
of faxmachine, waarna u een toegangscode moet invoeren en een
aantal andere toetsen moet indrukken om uw voicemail (en
faxberichten) op te vragen. Verder kunt u ook een aantal
instellingen van uw Message Manager programmeren en wijzigen.
De toegangscode voor afstandsbediening gebruiken
1
Kies op een toetstelefoon of op een andere faxmachine uw
faxnummer.
2
Zodra u de toon van uw faxmachine hoort, toetst u uw
Toegangscode in (3 cijfers gevolgd door
3
De faxmachine geeft aan of een bericht is ontvangen.
1 lange toon—Faxbericht(en)
2 lange tonen—Voicemail
3 lange tonen—Faxbericht(en) en Voicemail
Geen tonen—geen berichten
4
De faxmachine geeft twee korte geluidssignalen om aan te
geven dat u een opdracht moet invoeren. Als u na 30
seconden nog geen opdracht invoert, wordt de verbinding
verbroken. Als u een ongeldige opdracht invoert, hoort u drie
piepjes.
5
Wanneer u klaar bent, drukt u op 9 0 om de machine te
resetten.
6
Hang op.
De toegangscode instellen
De toegangscode biedt u toegang tot de functies voor
afstandsbediening, wanneer u zich niet bij uw faxmachine bevindt.
U moet eerst uw eigen code instellen, pas dan kunt u vanaf een
ander toestel toegang tot de functies van uw eigen machine
krijgen. De standaardcode is een inactieve code (---
1
Druk op Menu/Set, 8, 7.
2
Voer een driecijferige code in met de cijfertoetsen 0-9,
#.
Druk op Menu/Set.
(het vooraf ingestelde
Gebruik niet dezelfde code als die ingesteld in uw
faxontvangscode (
telefoon (#51) of code voor het activeren van spraak ( 81).
3
Druk op Stop/Exit.
U kunt uw code op elk gewenst moment wijzigen door een
nieuwe in te voeren. Als u uw code wilt desactiveren, drukt u
in Stap 2 op Stop/Exit om de inactieve instelling (---
in te stellen.
kan niet worden gewijzigd)
51), of code voor het aannemen van de
).
).
Message Manager
en
) weer
9 - 8