1
Druk op Menu/Set, 8, 1.
U wordt gevraagd een instelling voor het opslaan van
voicemail te kiezen.
2
Druk op ▲ of ▼ om BER.:AAN, (of BEANTW. of UIT) te
selecteren. Selecteer BEANTW., als u voicemail op het extern
antwoordapparaat wilt opslaan.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Exit.
Fax doorzenden/Fax opslaan instellen
U kunt zowel fax doorzenden als fax opslaan gebruiken.
FAX
DOORZENDEN
FAX OPSLAAN
UIT
Fax doorzenden instellen
1
Druk op Menu/Set, 8, 2.
2
Druk op ▲ of ▼ om
FAX DOORZENDEN te selecteren.
Druk op Menu/Set.
U wordt gevraagd om het faxnummer in te voeren waarnaar
de faxen moeten worden doorgestuurd.
3
Toets het nummer in (max. 20 cijfers).
Druk op Menu/Set.
4
Druk op Stop/Exit.
U kunt een nummer voor fax doorzenden op afstand wijzigen
(Raadpleeg Afstandsbediening op pagina 8-3).
Fax opslaan instellen
1
Druk op Menu/Set, 8, 2.
2
Druk op ▲ of ▼ om
FAX OPSLAAN te selecteren.
Druk op Menu/Set.
3
Druk op Stop/Exit.
Als u FAX DOORZENDEN selecteert, slaat uw faxmachine
de ontvangen fax op in het geheugen van Message
Manager. Vervolgens zal de faxmachine het faxnummer
dat u geprogrammeerd hebt kiezen en het faxbericht
doorzenden.
Als u FAX OPSLAAN selecteert, slaat uw faxmachine de
ontvangen fax op in het geheugen. U kunt faxberichten
op een andere locatie ophalen met de functies voor
afstandsbediening. (Raadpleeg Afstandsbediening op
pagina 9-8.)
Inkomende faxen worden niet in het geheugen
opgeslagen, maar op papier afgedrukt.
2.DRZENDEN/OPSLN
2.DRZENDEN/OPSLN
Message Manager
9 - 2