9
Resolution
Hiermee past u de faxresolutie aan, wanneer u een fax
verstuurt of een kopie maakt.
:
Stop/Exit
Met een druk op deze toets wordt een faxtransmissie gestopt,
een bewerking geannuleerd of de programmeermodus
afgesloten.
A
Fax Start
Begint een bewerking, bijvoorbeeld het sturen van een fax.
B
Copy/Reports
Met een document in de automatische documentinvoer: maakt
een kopie.
Zonder een document in de automatische documentinvoer:
Geeft toegang tot het menu rapporten.
C
Eéntoetsnummers
Deze toetsen geven u direct toegang tot vooraf opgeslagen
snelkiesnummers.
D
Erase
Hiermee kunt u voicemail, alle faxberichten of alle berichten
wissen.
E
(Microfoon)
Deze pikt uw stemgeluid op wanneer u via de luidspreker met
iemand spreekt.
F
Digital TAD
Hiermee kunt u Message Manager activeren. Het waarschuwt
u ook of er voicemail of faxen in het geheugen zijn opgeslagen.
G
Navigatietoetsen:
Menu/Set
Dezelfde toets wordt voor het bedienen van het menu en de
instellingen gebruikt. Met deze toets krijgt u toegang tot het
menu en de programmeermodus, en kunt u instellingen in de
faxmachine opslaan.
of
Druk op deze toets om vooruit of achteruit door de menuopties
te bladeren.
—OF—
Door op deze toetsen te drukken kunt u het volume van de bel
of de luidspreker afstellen.
of
Druk op deze toets om door de menu's en opties te bladeren.
U kunt deze toets tevens gebruiken om door de nummers die in
het geheugen zijn opgeslagen te bladeren.
1 - 6
Inleiding