Stel de mastercamera in.
5
Volg stap 1-3 op de vorige pagina om de
instellingen op de mastercamera te configureren.
Selecteer vervolgens [Master].
Het volgende scherm verschijnt.
Schakel op dit punt over op het
6
instellen van de slavecamera's.
Selecteer op de slavecamera's [OK].
Controleer het aantal slavecamera's.
7
Op de LCD-monitor van de mastercamera ziet u
het aantal gedetecteerde slavecamera's.
Breng de verbinding tot stand.
8
Selecteer op de mastercamera en alle
slavecamera's [OK].
Tijdens het testen van de verbinding ziet u een
scherm.
De ingevoerde gegevens worden op de camera's
opgeslagen. Ze worden niet op de transmitter
opgeslagen.
Gekoppelde opname instellen
63