FTP-communicatie-instellingen configureren
Deze instructies zijn een vervolg van hoofdstuk 1.
30
Selecteer met het snelkeuzewiel <5> de optie
1
[Adres instelling] en druk vervolgens op <0>.
Als u de DNS-server hebt ingesteld op [Nee],
2
verschijnt het scherm dat u links ziet.
Selecteer met <0> de invoerpositie en voer
vervolgens met het snelkeuzewiel <5> het IP-
adres van de FTP-server in.
Als u het IP-adres van de DNS-server hebt
ingesteld op [Autom. toekennen.] of [Handm.
Instellen], verschijnt het scherm dat u links ziet.
Raadpleeg "Het virtuele toetsenbord gebruiken"
(p.27) voor informatie over schermhandelingen.
Voer de naam of het IP-adres van de FTP-server
in.
Voer bij [Poortnummer instellen] 00021 in. Dit is
3
meestal correct.
Selecteer met het snelkeuzewiel <5> [OK] en
druk vervolgens op <0> om naar het volgende
scherm te gaan.
Voer de instellingen voor [Passive mode] in.
4
Als u bij stap 8 Fout 41 ("Kan niet verbinden met
FTP-server") ziet, stelt u [Passive mode] in op
[Gebr.] om de fout mogelijk te verhelpen.
Voer de instellingen voor [Proxy server] in.
5
Selecteer met het snelkeuzewiel <5> [OK] en
druk vervolgens op <0> om naar het volgende
scherm te gaan.