Netwerkinstellingen configureren
[Autom. instellen]
Instellingen die u anders met [Handm. Instellen] configureert, kunnen ook automatisch
worden geconfigureerd. In omgevingen met DHCP-servers of draadloze LAN-terminals of
routers die DHCP-serverfuncties ondersteunen, moeten het IP-adres en vergelijkbare
instellingen echter automatisch worden toegewezen en geconfigureerd.
Selecteer [Handm. Instellen] als er een foutmelding verschijnt, ongeacht of het IP-adres en
vergelijkbare instellingen automatisch worden toegewezen en geconfigureerd.
[Handm. Instellen]
Het scherm [Inst. IP-adres] verschijnt als u [Handm.
Instellen] hebt gekozen. Als [Autom. instellen] leidt tot
fouten, voert u het IP-adres handmatig in. Voer als IP-adres
het IP-adres in dat is toegewezen aan de camera.
Voer op de schermen die verschijnen het [IP-adres], het
[Subnetmasker], de [Gateway] en het [DNS adres] in.
Als u niet weet wat u moet invoeren, raadpleegt u
"Netwerkinstellingen controleren" op pagina 107 of vraagt u
de netwerkbeheerder of iemand met veel netwerkervaring om
hulp.
Verplaats bij het invoeren van getallen voor het IP-adres,
het subnetmasker, enzovoort, de invoerpositie met <0>.
Voer met het snelkeuzewiel <5> het getal in.
Selecteer met het snelkeuzewiel <5> de manier
waarop u de netwerkinstellingen wilt configureren
en druk vervolgens op <0>.
Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het
volgende scherm te gaan.
25