<Indeling bedieningspaneel>
• POWER-toets
Als u de Power-toets langer dan 2 seconden ingedrukt houdt...
· Terwijl de stroom uitgeschakeld is: wordt de stroom ingeschakeld en gaat het lcd-scherm aan
· Terwijl de stroom ingeschakeld is: wordt de stroom uitgeschakeld en gaat het lcd-scherm uit
• AAN/UIT-toets
Het motorhandstuk roteert alleen zolang deze toets wordt ingedrukt. Als u deze toets loslaat, stopt het
roteren.
• Kalibratietoets
Als u deze toets langer dan 2 seconden ingedrukt houdt, schakelt het motorhandstuk over naar
kalibratiemodus. In deze modus wordt het verschil in koppel gecorrigeerd. (zie 5-5-1 Kalibratiemethode).
OPMERKING
Het kalibreren kan alleen worden uitgevoerd met volledig opgeladen of bijna volledig opgeladen
batterijen. Als kalibreren niet mogelijk is, hoort u een pieptoon.
• Reverse-toets (omgekeerde rotatierichting)
Met deze toets kan de rotatierichting worden veranderd (Forward/Reverse - voorwaarts/omgekeerd)
Als deze toets tijdens het roteren wordt ingedrukt, stopt het motorhandstuk en begint het in omgekeerde
richting te roteren.
· Geen weergave: voorwaartse rotatie
·
: omgekeerde rotatie
OPMERKING
Bij gebruik van de omgekeerde rotatierichting geeft het scherm, ongeacht het ingestelde koppel,
"- -" weer en roteert het motorhandstuk met maximaal koppel.
• OMHOOG/OMLAAG-toets
Gebruik deze toets om de instelwaarde voor elke parameter te wijzigen. Als de instelwaarde de
boven- of ondergrens overschrijdt, klinkt het alarm. De in te stellen eenheid is min
rotatiesnelheid en N ·cm voor het koppel.
OPMERKING
· U kunt het koppel wijzigen op het moment dat het motorhandstuk niet in beweging is. Tijdens het
gebruik van de omgekeerde rotatierichting of in kalibratiemodus kan het koppel niet worden
gewijzigd.
· De snelheid kan uitsluitend worden gewijzigd in de snelheidsinstellingsmodus.(5-6-4 De snelheid
wijzigen)
6
voor de
-1