Inhoudsopgave
Advertenties
Foutmelding
Fout
C0
Boven de
bovengrens (zonder
belasting).
Onder de
C1
ondergrens (zonder
belasting).
Boven de
C2
bovengrens (met
belasting).
Onder de
C3
ondergrens (met
belasting).
C4
Laag voltage.
5-7 Gebruik
Als u de AAN/UIT-toets ingedrukt houdt, begint het motorhandstuk te roteren. Als u de toets loslaat, stopt
het.
5-7-1 Omgekeerde rotatie
U kunt de rotatierichting wijzigen door de Reverse-toets (omgekeerde rotatierichting) in te drukken.
·Als u de omgekeerde rotatierichting selecteert op het moment dat het motorhandstuk niet in
beweging is, verschijnt '
AAN/UIT-toets ingedrukt houdt, blijft het motorhandstuk in omgekeerde richting roteren. Daarbij
knippert '
het motorhandstuk stopt).
·Als u omgekeerde rotatie selecteert op het moment dat het motorhandstuk nog in beweging is,
zal het eerst stoppen en vervolgens in omgekeerde richting gaan roteren. Daarbij knippert
'
' op het lcd-scherm en klinkt er onafgebroken een alarm (een ander dan wanneer het
motorhandstuk stopt).
Als u nogmaals op de Reverse-toets drukt, stopt het motorhandstuk en schakelt het over naar de
normale rotatierichting.
5-7-2 Automatische stopfunctie
Als het motorhandstuk tijdens het roteren het maximumkoppel bereikt, klinkt er een alarm
(belastingsalarm). Als het maximumkoppel wordt overschreden, stopt het roteren automatisch. Om
het roteren weer te starten drukt u op de AAN/UIT-toets.
WAARSCHUWING
Draai het motorhandstuk niet handmatig aan. Als het motorhandstuk te vast wordt aangedraaid, kan
dat leiden tot storing door overbelasting en letsel veroorzaken.
Oorzaak
· De kalibratieboor is belast.
· De levensduur van het
motorhandstuk of de kop
van het hoekstuk is ten
einde.
· Slechte verbinding met de
koppelkalibrator.
· De levensduur van het
motorhandstuk of de kop
van het hoekstuk is ten
einde.
De batterijen zijn niet
voldoende opgeladen of
hebben het einde van hun
levensduur bereikt.
' op het lcd-scherm en klinkt het alarm onafgebroken. Zolang u de
' op het lcd-scherm en klinkt er onafgebroken een alarm (een ander dan wanneer
Controle/oplossing
· Controleer of de kalibratieboor wel of niet is belast
(is hij verbonden met de koppelkalibrator?).
· Vervang de kop van het hoekstuk door een nieuwe.
· Neem contact op met de dealer wanneer een fout niet
kan worden verholpen.
· Controleer of de kalibratieboor te zwaar is belast (is hij
goed verbonden met de koppelkalibrator? Raadpleeg
5-5-1 Kalibratiemethode).
· Vervang de kop van het hoekstuk door een nieuwe.
· Neem contact op met de dealer wanneer een fout niet
kan worden verholpen.
Schakel de stroom van het motorhandstuk uit en
vervang de batterijen. Als dezelfde fout optreedt nadat
de batterijen meerdere keren zijn opgeladen, vervang ze
dan door nieuwe batterijen (zie 10 De batterijen
vervangen).
Advertenties
Inhoudsopgave
