j
Draai de aardingskabel rond de klem wanneer u hem
aansluit.
Meerdere buitenunits
Om de voeding voor meerdere buitenunits aan elkaar te verbinden,
moeten ringankertongen worden gebruikt. Blote kabels mogen niet
worden gebruikt.
In dat geval moet de standaard geïnstalleerde vulring worden
verwijderd.
Bevestig beide kabels aan de voedingsaansluitklem zoals hieronder
afgebeeld:
L1 L2 L2 N
15.9
Isolatieweerstand van de
compressor controleren
OPMERKING
Als zich na de installatie koelmiddel verzamelt in de
compressor, kan de isolatieweerstand over de polen
afnemen, maar de machine blijft werken zo lang deze
weerstand minstens 1 MΩ bedraagt.
▪ Meet de isolatie met een 500 V megger.
▪ Gebruik GEEN megger voor laagspanningscircuits.
1 Meet de isolatieweerstand over de polen.
Als
≥1 MΩ
Isolatieweerstand is OK. Deze procedure
is voltooid.
<1 MΩ
Isolatieweerstand is niet OK. Ga naar de
volgende stap.
2 Schakel de voeding IN en laat ze 6 uur aan.
Gevolg: De compressor warmt op en verdampt alle koelmiddel
in de compressor.
3 Meet de isolatieweerstand opnieuw.
16
Configuratie
INFORMATIE
Het is belangrijk dat de installateur alle informatie in dit
hoofdstuk achtereenvolgens leest en dat het systeem
gepast wordt geconfigureerd.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
16.1
Lokale instellingen uitvoeren
16.1.1
Over lokale instellingen
Om verder te gaan met de configuratie van het VRV IV-
warmtepompsysteem voor vervanging, is een input naar de
printplaat van de unit vereist. In dit hoofdstuk vindt u informatie over
manuele inputs door middel van de drukknoppen/DIP-schakelaars
op de printplaat en de feedback op de 7-segmentendisplays.
De instellingen worden ingevoerd in de master-buitenunit.
Naast het uitvoeren van lokale instellingen, kunnen ook de actuele
bedrijfsparameters van de unit worden bevestigd.
RXYQQ8~20U7Y1B
VRV IV Q+-reeks warmtepomp
4P546221-1B – 2020.10
Drukknoppen en DIP-schakelaars
Drukknoppen
DIP-schakelaars
Zie ook:
▪
▪
PC-configurator
Voor een VRV IV-warmtepompsysteem voor vervanging kunnen
verschillende lokale instellingen voor de inbedrijfstelling ook met
behulp van een pc-interface (optie EKPCCAB* vereist) worden
ingesteld. De installateur kan de configuratie (niet ter plaatse) op pc
voorbereiden en deze nadien naar het systeem uploaden.
Zie ook:
Dan
Stand 1 en 2
Stand 1
(controle
instellingen)
Stand 2
(lokale instellingen)
Zie ook:
▪
▪
▪
▪
▪
16.1.2
Plaats van de 7-segmentendisplays, knoppen en DIP-schakelaars:
Item
Met de drukknoppen kunt u:
▪ Speciale procedures uitvoeren (automatisch
koelmiddel vullen, proefdraaien, enz.).
▪ Lokale instellingen invoeren (vraagwerking,
geluidsarme werking, enz.).
Met behulp van de DIP-schakelaars kunt u:
▪ DS1
(1):
VERWARMEN (zie de handleiding van de
keuzeschakelaar
OFF=niet geïnstalleerd=fabrieksinstelling
▪ DS1 (2~4): NIET GEBRUIKT. VERANDER
DE FABRIEKSINSTELLING NIET.
▪ DS2 (1~4): NIET GEBRUIKT. VERANDER
DE FABRIEKSINSTELLING NIET.
instellingen" [ 4 35]
"Componenten voor lokale
"Toegang tot de componenten voor lokale
"PC-configurator aansluiten op de
Stand
Stand 1 kan worden gebruikt voor het
controleren van de actuele situatie van de
buitenunit. U kunt tevens de inhoud van
sommige lokale instellingen controleren.
Stand 2 wordt gebruikt voor het wijzigen van
lokale instellingen van het systeem. U kunt de
actuele waarde van de lokale instelling
raadplegen en wijzigen.
In het algemeen kan na het veranderen van
lokale instellingen de normale werking worden
hervat zonder speciale tussenkomst.
Sommige lokale instellingen worden gebruikt
voor speciale functies (bijv. 1-malige werking,
instelling aftappen/vacumeren, instelling
handmatig koelmiddel bijvullen, enz.). In dat
geval moet de speciale functie worden
afgebroken alvorens de normale werking kan
herbeginnen. Dit wordt aangegeven in de
volgende verklaringen.
activeren" [ 4 36]
"Stand 1 of 2
1" [ 4 36]
"Gebruik van stand
2" [ 4 37]
"Gebruik van stand
instellingen" [ 4 37]
"Stand 1: Controle
instellingen" [ 4 37]
"Stand 2: Lokale
Componenten voor lokale instellingen
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
16 Configuratie
Beschrijving
Keuzeschakelaar
KOELEN/
koelen/verwarmen).
instellingen" [ 4 36]
buitenunit" [ 4 38].
Beschrijving
35