14 Installatie van de leidingen
b
a
a
Isolatiemateriaal
b
Afdichtingsmateriaal, enz.
14.4
Koelmiddel bijvullen
14.4.1
Voorzorgsmaatregelen voor het vullen
met koelmiddel
WAARSCHUWING
▪ Gebruik UITSLUITEND R410A als koelmiddel. Andere
stoffen
kunnen
veroorzaken.
▪ R410A bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het heeft
een aardopwarmingsvermogen (GWP) van 2087,5.
Laat deze gassen NIET vrij in de atmosfeer.
▪ Gebruik
bij
het
beschermende handschoenen en een veiligheidsbril.
OPMERKING
Als de voeding van sommige units wordt uitgeschakeld,
kan de vulprocedure niet goed worden voltooid.
OPMERKING
Bij een systeem met meerdere buitenunits moet u de
voeding van alle buitenunits inschakelen.
OPMERKING
Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik IN om
de carterverwarming van stroom te voorzien en de
compressor te beschermen.
OPMERKING
Als de stappen binnen de 12 minuten na het inschakelen
van de binnen- en buitenunits worden uitgevoerd, werkt de
compressor niet voordat de communicatie tussen de
buitenunit(s) en binnenunits op een correcte manier tot
stand is gebracht.
OPMERKING
Controleer of de aanduiding op het 7-segmentendisplay
van de A1P-printplaat van de buitenunit normaal is voordat
u
de
vulprocedure
[ 4 36]).
activeren"
weergegeven,
zie
"19.1 Problemen
oplossen" [ 4 40].
storingscodes
OPMERKING
Controleer of alle aangesloten binnenunits worden herkend
(zie [1‑10] en in
"Stand 1: Controle
OPMERKING
Sluit het voorpaneel voordat u begint met koelmiddel bij te
vullen. Wanneer het voorpaneel niet gesloten is, kan de
unit niet controleren of er geen storingen zijn.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
26
ontploffingen
en
ongelukken
vullen
van
koelmiddel
ALTIJD
begint
(zie
"Stand
1
of
Als
een
storingscode
wordt
op
basis
van
instellingen" [ 4 37]).
OPMERKING
Bij onderhoud en wanneer het systeem (buitenunit+lokale
leidingen+binnenunits) geen koelmiddel meer bevat (bijv.
na aftappen van het koelmiddel), dan moet eerst de
oorspronkelijke hoeveelheid koelmiddel (zie naamplaatje
op de unit) in de unit worden gebracht alvorens de
automatische vulfunctie kan worden gebruikt.
OPMERKING
Koelmiddel bijvullen kan alleen als de lokale bedrading is
voltooid.
OPMERKING
Let er bij het vullen van een systeem op dat de maximum
toegestane hoeveelheid nooit wordt overschreden. Anders
bestaat gevaar voor een vloeistofslag.
14.4.2
Over koelmiddel bijvullen
Zodra het vacuümdrogen beëindigd is, kan extra koelmiddel worden
bijgevuld.
Er zijn twee manieren om extra koelmiddel bij te vullen.
Methode
Automatisch vullen
Handmatig vullen
Om het vullen van koelmiddel sneller te laten verlopen, wordt het bij
grote systemen aanbevolen om eerst een deel van het koelmiddel
vooraf te vullen via de vloeistofleiding, en daarna pas automatisch of
handmatig te vullen. Deze stap staat in de onderstaande procedure
vullen" [ 4 29]). U kunt deze stap overslaan, maar
(zie
"Koelmiddel
dan duurt het vullen langer.
U vindt een overzicht van de mogelijkheden en de vereiste stappen
in
het
stroomschema
Stroomschema" [ 4 28]).
14.4.3
Bepalen hoeveel koelmiddel toegevoegd
moet worden
INFORMATIE
Neem contact op met uw plaatselijke dealer voor het finale
aanpassen van de hoeveelheid koelmiddel in het
testlaboratorium.
OPMERKING
De hoeveelheid koelmiddel in het systeem moet minder
dan 100 kg bedragen. Dit betekent dat als de berekende
totale hoeveelheid koelmiddel gelijk aan of meer is dan 95
kg, u uw systeem met meerdere buitenunits moet opdelen
in kleinere onafhankelijke systemen met elk minder dan 95
kg koelmiddel. Zie het naamplaatje van de unit voor de
fabrieksvulling.
2
Formule:
R=[(X
×Ø22,2)×0,37+(X
1
(X
×Ø12,7)×0,12+(X
×Ø9,5)×0,059+(X
4
5
R
Extra bij te vullen hoeveelheid koelmiddel [in kg en
afgerond tot 1 cijfer na de komma]
X
Totale lengte [m] van vloeistofleiding maat Øa
1...6
A, C
Parameters A en C (zie de tabellen hierna)
▪ Parameter A:
Zie
"Stap 6a: Koelmiddel automatisch
vullen" [ 4 30]
"Stap 6b: Koelmiddel handmatig
vullen" [ 4 30]
(zie
"Koelmiddel
×Ø19,1)×0,26+(X
×Ø15,9)×0,18+
2
3
×Ø6,4)×0,022]+A+C
6
RXYQQ8~20U7Y1B
VRV IV Q+-reeks warmtepomp
4P546221-1B – 2020.10
vullen: