14.3.3
Koelmiddelleiding controleren: Opstelling
f
g
A
a
h
i
B
d
C
b
c
e
a
Reduceerklep
b
Stikstof
c
Weegschaal
d
Fles R410A-koelmiddel (hevelsysteem)
e
Vacuümpomp
f
Vulslang
g
Koelmiddelvulpoort
h
Afsluiter gasleiding
i
Afsluiter vloeistofleiding
j
Buitenunit
k
Naar binnenunit
l
Afsluiter
m
Lokale leiding
n
Gasstroom
o
Servicepoort van afsluiter
A
Klep A
B
Klep B
C
Klep C
Klep
Klep A
Klep B
Klep C
Afsluiter vloeistofleiding
Afsluiter gasleiding
OPMERKING
De aansluitingen op de binnenunits en alle binnenunits
moeten ook worden getest op lekken en op vacuüm. Houd
eventuele (lokaal voorziene) kleppen van lokale leidingen
ook open.
Zie de montagehandleiding van de binnenunit voor meer
informatie. Lektesten en vacuümdrogen moeten worden
uitgevoerd voordat de voeding van de unit wordt
ingeschakeld. Zie anders het eerder in dit hoofdstuk
beschreven stroomschema (zie
koelmiddelleidingen" [ 4 24]).
de
14.3.4
Lektest uitvoeren
De lektest moet in overeenstemming zijn met EN378‑2.
Op lekken controleren: Vacuümlektest
1 Vacumeer het systeem aan de vloeistof- en gasleiding
gedurende meer dan 2 uur tot – 1 00,7 kPa (– 1 ,007 bar) (5 Torr
absoluut).
2 Schakel de vacuümpomp uit zodra de waarde is bereikt en
controleer of de druk minstens 1 minuut niet stijgt.
3 Als de druk stijgt, dan bestaat de mogelijk dat in het systeem
vocht aanwezig is (zie vacuüm drogen onder) of dat het
systeem een lekkage heeft.
Op lekken controleren: Druklektest
1 Test
op
lekken
met
leidingverbindingen.
2 Verwijder alle stikstofgas.
3 Breek het vacuüm door het onder druk te brengen met
stikstofgas tot een minimum meterdruk van 0,2 MPa (2 bar).
Stel de meterdruk nooit in op een waarde die groter is dan de
maximum bedrijfsdruk van de unit, d.w.z. 3,3 MPa (33 bar).
RXYQQ8~20U7Y1B
VRV IV Q+-reeks warmtepomp
4P546221-1B – 2020.10
j
j
j
k
l
o
m
n
Stand van de klep
Sluiten
Open
Open
Sluiten
Sluiten
"Over het controleren van
een
bellentestoplossing
op
14 Installatie van de leidingen
OPMERKING
Gebruik ALTIJD een aanbevolen bubbeltestoplossing, die
u bij uw verdeler kunt kopen.
Gebruik NOOIT zeepwater:
▪ Zeepwater kan namelijk barsten in componenten
veroorzaken, zoals in de doppen van flaremoeren of
afsluiters.
▪ Zeepwater kan zout bevatten en zout absorbeert vocht
dat zal bevriezen als de leidingen koud worden.
▪ Zeepwater
verbindingen aantast (tussen de flaremoer uit messing
en het getrompte koperen gedeelte).
14.3.5
Vacuümdrogen
Ga als volgt te werk om al het vocht uit het systeem te verwijderen:
1 Vacumeer het systeem minstens 2 uur tot een streefwaarde
van – 1 00,7 kPa (– 1 ,007 bar) (5 Torr absoluut).
2 Controleer of de streefwaarde van het vacuüm minstens 1 uur
behouden blijft nadat de vacuümpomp is uitgeschakeld.
3 Als de streefwaarde niet binnen de 2 uur wordt bereikt of niet 1
uur behouden blijft, bevat het systeem mogelijk te veel vocht.
Breek in dat geval het vacuüm met stikstofgas tot een
meterdruk van 0,05 MPa (0,5 bar) en herhaal stap 1 tot 3 tot
alle vocht verwijderd is.
4 Afhankelijk van of u meteen koelmiddel wil vullen via de
koelmiddelvulpoort of eerst een deel koelmiddel vooraf wil
vullen via de vloeistofleiding, opent u de afsluiters van de
buitenunit
of
laat
bijvullen" [ 4 26] voor meer informatie.
14.3.6
Koelmiddelleidingen isoleren
Na de lektest en het vacuümdrogen moeten de leidingen worden
geïsoleerd. Houd hierbij rekening met de volgende punten:
▪ Isoleer de aansluitleidingen en koelmiddelaftaksets volledig.
▪ Vergeet niet de vloeistof- en de gasleidingen te isoleren (voor alle
units).
▪ Gebruik hittebestendig polyethyleenschuim dat bestand is tegen
een temperatuur van 70°C voor de vloeistofleidingen en
polyethyleenschuim dat bestand is tegen een temperatuur van
120°C voor de gasleidingen.
▪ Verstevig de isolatie op de koelmiddelleiding naar gelang de
installatie-omgeving.
Omgevingstemperat
uur
≤30°C
>30°C
▪ Als condens van op de afsluiter in de binnenunit zou kunnen
terechtkomen via openingen in de isolatie en leidingen doordat de
buitenunit hoger staat dan de binnenunit, dan moet dit worden
voorkomen door de aansluitingen af te dichten. Zie de
onderstaande afbeelding.
alle
bevat
ammoniak
dat
de
u
ze
dicht.
Zie
"Over
Vochtigheid
Minimumdikte
75% tot 80% RV
15 mm
≥80% RV
20 mm
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
getrompte
koelmiddel
25