8 Opsporen en verhelpen van storingen
Hoofdcode
Storing transmissie tussen hoofdprintplaat en
subprintplaat (binnenunit)
Storing thermistor warmtewisselaar (binnenunit;
vloeistof)
Storing thermistor warmtewisselaar (binnenunit; gas)
Storing thermistor aanzuiglucht (binnenunit)
Storing thermistor perslucht (binnenunit)
Storing bewegingsdetector of vloertemperatuursensor
(binnenunit)
Storing thermistor gebruikersinterface (binnenunit)
Storing printplaat (buitenunit)
Aardlekschakelaar geactiveerd (buitenunit)
Hogedrukschakelaar geactiveerd
Storing lage druk (buitenunit)
Compressorblokkering gedetecteerd (buitenunit)
Storing ventilatormotor (buitenunit)
Storing elektronische expansieklep (buitenunit)
Storing perstemperatuur (buitenunit)
Abnormale aanzuigtemperatuur (buitenunit)
Detectie te veel koelmiddel
Storing hogedrukschakelaar
Storing lagedrukschakelaar
Probleem ventilatormotor (buitenunit)
Storing omgevingstemperatuursensor (buitenunit)
Storing druksensor
Storing stroomsensor
Storing perstemperatuursensor (buitenunit)
Storing gastemperatuursensor warmtewisselaar
(buitenunit)
Storing aanzuigtemperatuursensor (buitenunit)
Storing temperatuursensor ontijzen (buitenunit)
Storing vloeistoftemperatuursensor (na onderkoeling
HE) (buitenunit)
Storing vloeistoftemperatuursensor (warmtewisselaar)
(buitenunit)
Storing gastemperatuursensor (na onderkoeling HE)
(buitenunit)
Storing hogedruksensor (S1NPH)
Storing lagedruksensor (S1NPL)
INV-printplaat abnormaal
Lameltemperatuur abnormaal
Inverter-printplaat defect
Overstroom compressor gedetecteerd
Compressorblokkering (opstarten)
Transmissie buitenunit - inverter: Probleem INV-
transmissie
INV asymmetrische voedingsspanning
I.v.m. automatisch vullen
Storing lamelthermistor
I.v.m. automatisch vullen
I.v.m. automatisch vullen
I.v.m. automatisch vullen
Storing capaciteitsinstelling (buitenunit)
Abnormale daling lage druk, defecte expansieklep
Storing faseomkering voeding
INV voedingsspanning te laag
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
14
Inhoud
Hoofdcode
Systeem nog niet proefgedraaid
Defecte bedrading tussen binnen- en buitenunit
Abnormale communicatie tussen gebruikersinterface
en binnenunit
Defecte bedrading naar buitenunit/buitenunit
Abnormale communicatie tussen hoofd- en
subgebruikersinterface
Verkeerde combinatie in systeem. Verkeerd type
binnenunit aangesloten. Storing binnenunit.
Storing aansluiting binnenunits of verkeerde
combinatie types
Dubbel gecentraliseerd adres
Storing in communicatie gecentraliseerde besturing -
binnenunit
Storing automatische adressering (inconsistentie)
Storing automatische adressering (inconsistentie)
8.2
Symptomen die geen storingen
van het systeem zijn
De volgende symptomen zijn GEEN storingen van het systeem:
8.2.1
Symptoom: Het systeem werkt niet
▪ De airconditioner start niet meteen nadat u op de AAN/UIT-knop
van de gebruikersinterface drukt. Als het bedrijfslampje brandt, is
toestand van het systeem normaal. Om overbelasting van de
compressormotor te voorkomen, start de airconditioner pas 5
minuten nadat hij werd uitgeschakeld. Deze vertraging wordt ook
toegepast na gebruik van de keuzeknop voor de bedrijfsstand.
▪ Als "Onder gecentraliseerde besturing" op de gebruikersinterface
staat, knippert het display enkele seconden wanneer u op de
werkingstoets drukt. Het knipperende display betekent dat de
gebruikersinterface niet kan worden gebruikt.
▪ Het systeem start niet meteen nadat de voeding is ingeschakeld.
Wacht één minuut tot de microcomputer bedrijfsklaar is.
8.2.2
Symptoom: Koelen/verwarmen kan niet
worden omgeschakeld
▪
(omschakeling onder gecentraliseerde besturing) op het
display betekent dat dit een slave-gebruikersinterface is.
▪ Wanneer
de
keuzeschakelaar
afstandsbediening is geïnstalleerd en op het display
(omschakeling onder gecentraliseerde besturing) staat, betekent
dit dat omschakelen koelen/verwarmen wordt geregeld door de
keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de afstandsbediening.
Vraag uw dealer waar de afstandsbedieningsschakelaar is
geïnstalleerd.
8.2.3
Symptoom: Ventileren is mogelijk, maar
koelen en verwarmen werken niet
Onmiddellijk na het inschakelen. De microcomputer is nog aan het
opstarten en voert een communicatiecontrole uit met alle
binnenunits. Wacht 12 minuten (maximum) tot de microcomputer
klaar is.
8.2.4
Symptoom: De ventilatorsnelheid stemt
niet overeen met de instelling
De ventilatorsnelheid verandert niet wanneer u op de instelknop voor
de ventilatorsnelheid drukt. Wanneer de kamertemperatuur bij het
verwarmen de ingestelde temperatuur bereikt, valt de buitenunit stil
en gaat de ventilator van de binnenunit over naar fluistersnelheid. Dit
Inhoud
koelen/verwarmen
op
de
RXYQQ8~20U7Y1B
VRV IV Q+-reeks warmtepomp
4P546221-1B – 2020.10