Installatie
2.4.1 Vereisten
WAARSCHUWING
GEVAARLIJKE APPARATUUR!
Draaiende assen en elektrische apparatuur kunnen
2
2
gevaarlijk zijn. Alle elektrische werkzaamheden moeten
worden uitgevoerd overeenkomstig de nationale en lokale
elektriciteitsvoorschriften. Het wordt ten zeerste
aangeraden om de installatie, het opstarten en het
onderhoud uitsluitend te laten uitvoeren door opgeleid en
gekwalificeerd personeel. Het niet opvolgen van de
aanbevelingen kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
VOORZICHTIG
KABELISOLATIE!
Plaats de kabels voor het ingangsvermogen, de
motorkabels en de stuurkabels in drie afzonderlijke
metalen leidingen of gebruik afzonderlijk afgeschermde
kabels om hoogfrequente ruis tegen te gaan. Wanneer de
voedingskabels, motorkabels en stuurkabels niet op deze
wijze worden geïsoleerd, kan dit resulteren in lagere
prestaties van de frequentieomvormer en aanverwante
apparatuur.
Voor uw eigen veiligheid dient u te voldoen aan de
volgende vereisten.
•
Elektronische regelapparatuur wordt aangesloten
op gevaarlijke netspanningen. Bescherm uzelf
zeer goed tegen elektrische gevaren wanneer u
de eenheid op de netvoeding aansluit.
•
Houd de motorkabels van meerdere frequentie-
omvormers van elkaar gescheiden. Geïnduceerde
spanning van de uitgangskabels van motoren die
bij elkaar zijn geplaatst, kan de condensatoren
van de apparatuur van spanning voorzien, zelfs
wanneer de apparatuur is afgeschakeld en
vergrendeld (lockout).
Overbelastingsbeveiliging en beveiliging van apparatuur
•
Een elektronisch geactiveerde functie in de
frequentieomvormer zorgt voor een overbelas-
tingsbeveiliging van de motor. De
overbelastingsbeveiliging berekent het toename-
niveau om de timer voor de uitschakelfunctie (het
stoppen van de regelaaruitgang) in te schakelen.
Hoe meer stroom er wordt getrokken, hoe sneller
de uitschakelfunctie zal reageren. De overbelas-
tingsbeveiliging biedt een motorbeveiliging
volgens klasse 20. Zie 8 Waarschuwingen en
alarmen voor meer informatie over de uitschakel-
functie.
•
Omdat er een hoogfrequente elektrische stroom
door de motorkabels loopt, is het belangrijk om
12
VLT
®
AutomationDrive
Bedieningsinstructies
MG33AL10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
de kabels voor de netvoeding, het
motorvermogen en de besturing in afzonderlijke
leidingen te plaatsen. Gebruik metalen leidingen
of afzonderlijk afgeschermde kabels. Wanneer de
voedingskabels, motorkabels en stuurkabels niet
worden geïsoleerd, kan dit resulteren in lagere
prestaties van de apparatuur.
•
Alle frequentieomvormers moeten worden
voorzien van een beveiliging tegen kortsluiting
en overstroom. Hiervoor moeten
ingangszekeringen worden gebruikt; zie
Afbeelding 2.6. Als deze voorziening niet in de
fabriek is aangebracht, moeten de zekeringen
door de installateur worden geplaatst als
onderdeel van de installatie. Zie maximale
zekeringgrootte in 10.3 Specificaties zekering.
Fuses
L1
L2
L3
GND
Afbeelding 2.6 Frequentieomvormer Zekeringen
Kabeltype en nominale waarden
•
Alle kabels moeten voldoen aan de nationale en
lokale voorschriften ten aanzien van
dwarsdoorsneden en omgevingstemperatuur.
•
Danfoss adviseert om voor alle voedingsaanslui-
tingen gebruik te maken van kabels met
koperdraad dat bestand is tegen temperaturen
van minimaal 75 °C.
•
Zie 10.1 Vermogensafhankelijke specificaties voor
de aanbevolen kabelgroottes.
2.4.2 Aardingsvereisten
WAARSCHUWING
AARDINGSGEVAAR!
Voor de veiligheid van de gebruiker is het belangrijk om
de frequentieomvormer correct te aarden overeenkomstig
de nationale en lokale elektriciteitsvoorschriften en de
instructies in deze handleiding. De aardlekstromen zijn
groter dan 3,5 mA. Een onjuiste aarding van de frequentie-
omvormer kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
L1
L2
L3
91
92
93