De juiste temperatuur
... in het vriesvak
(afhankelijk van het model)
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en langdurig te bewaren, moet de tem-
peratuur -18 °C zijn. Bij deze tempera-
tuur wordt de groei van micro-organis-
men grotendeels gestopt. Zodra de
temperatuur tot boven -10 °C stijgt, be-
gint de ontbinding door micro-organis-
men en zijn de levensmiddelen minder
lang houdbaar. Daarom mogen (gedeel-
telijk) ontdooide levensmiddelen pas
weer worden ingevroren, nadat ze zijn
verwerkt (koken of bakken/braden).
Door de hoge temperaturen worden de
meeste micro-organismen gedood.
22
Temperatuur instellen
De temperatuur kunt u instellen met be-
hulp van de temperatuurregelaar.
Draai de regelaar vanuit stand 0 op
één van de standen tussen 1 en 7.
Hoe hoger de stand, des te lager de
temperatuur in het apparaat.
Wij adviseren één van de middelste
standen.
Wanneer zich in de diepvrieszone in-
gevroren levensmiddelen bevinden die
voorlopig beslist niet mogen ontdooien,
is het aan te bevelen om een stand tus-
sen de 4 en 7 in te stellen.
Deze stand is ook aan te bevelen wan-
neer
- u vaak en/of gedurende lange tijd de
deur van het apparaat opent,
- er grote hoeveelheden levensmidde-
len in het apparaat worden gelegd,
- de kamertemperatuur hoog is.
Pas om bovengenoemde redenen de
temperatuur met de temperatuurrege-
laar aan.
De temperatuur in het vriesvak is af-
hankelijk van de temperatuur in de
koelzone.