2. INSTELLING VAN DE PRINTER
2.11 Sensor Instelling
Zet de printer aan terwijl de [FEED] &
[PAUSE] of [MODE] toetsen ingedrukt
SYSTEM MODE
<2>PARAMETER SET
<3>ADJUST SET
<4>TEST PRINT
<5>SENSOR ADJUST
Indien er nog altijd een papier vast fout optreedt, nadat de threshold
instelling werd aangepast stel dan de voltage van de sensor af op het
papier die gebruikt wordt.
Power OFF
worden.
System Mode
Contents of the Sensor Adjust Menu
Menu
Sensor
Adjust
N2-69
Self diagnosis
•
Parameter setting
•
Fine adjustment
•
Test print
•
Sensor adjustment
•
RAM clear
•
Interface setting
•
BASIC mode
•
RFID setting
•
Real Time Clock
•
Z-MODE
•
USB memory
•
Reset
•
Parameter
TEMPERATURE
Toont de omgeving- en prntkop
temperatuur op het scherm.
REFLECT
Registreert de voltage van het gebruikte
papier voor de reflectieve sensor.
TRANS.
Registreert de voltage van het gebruikte
papier voor de overbrengende sensor.
PE REFL./TRANS.
Registreert de voltage van een einde
papier voor de reflectieve/overbrengende
sensor.
RIBBON
Registreert de voltage van het gebruikte
lint .
DUTCH VERSION NO1-33089
2.11 Sensor Instelling