2. INSTELLING VAN DE PRINTER
2.6 Printer Instellingen
Aanzetten
ON
Uit
Druk [MODE]
Hou de [FEED] en de [PAUSE] of
de [MODE] ingedrukt en zet de
printer aan.
Afhankelijk van de instellingen van de host computer of de gebruikte
interface, moet de parameterinstelling van de printer misschien aangepast
worden.
Volg de procedure hieronder om parameters aan te passen die
overeenkomen met uw specifieke noden.
Onjuiste instellingen kunnen een slechte werking van de printer teweeg-
brengen. Stel u in verbinding met een TOSHIBA TEC verdeler indien u
problemen ondervindt bij het instellen van parameters.Raadpleeg een
TOSHIBA TEC verantwoordelijke of de "B-EX4T Series Key Operation
Specification" voor instellingen die niet in deze handleiding opgenomen
zijn.
ONLINE Mode
[PAUSE]
PAUSE state
Druk [RESTART]
User System Mode
System Mode
N2-14
DUTCH VERSION NO1-33089
OPMERKING:
Reset
•
Parameter setting (⇒Deel 2.6.2)
•
Fine adjustment (⇒Deel 2.9)
•
LAN/WLAN (⇒Deel 2.6.3)
•
BASIC (⇒Deel 2.6.4)
•
Z-MODE (⇒Deel 2.6.5)
•
Auto calibration (⇒Deel 2.6.6)
•
Dump mode (⇒Deel 2.6.7)
•
Log (⇒Deel 2.6.8)
•
Self diagnosis
•
Parameter setting
•
Fine adjustment
•
Test print (⇒Deel 2.8)
•
Sensor adjustment
•
RAM clear
•
Interface setting (⇒Deel 2.6.10)
•
BASIC mode
•
RFID setting
•
Real Time Clock (⇒Deel 2.6.11)
•
Z-MODE
•
USB memory
•
Reset
•
2.6 Printer Instellingen