2. INSTELLING VAN DE PRINTER
2.9.1 Fijne instelling (vervolg)
• Voorbeeld van een fijne instelling van een
achterwaartse feed
Bij een instelling van +3.0 mm
In vergelijking met de positie "+0.0mm" wordt
de printstartpositie van een achterwaartse feed
naar voor geschoven.
Bij een instelling van +0.0 mm
Bij een instelling van –3.0 mm
In vergelijking met de positie "+0.0mm" wordt
de printstartpositie van een achterwaartse feed
naar achter geschoven.
(3) BACK ADJ.
De achterwaartse feed positie wordt positief of negatief bijgewerkt.
9.9mm
9.8mm
-9.8mm
-9.9mm
Aanvoerrichting
Aanvoerrichting
Aanvoerrichting
Afhankelijk van de print voorwaarden, zal een label eventueel niet
terugkeren naar de home positie met een achterwaartse feed zelfs als de
waarde bij een achterwaardse feed ingegeven wordt die gelijk is aan de
feed adjust.
Bij de volgende voorwaarden zal het label niet naar de home positie
terugkeren en zal er een foutmelding verschijnen:
Bij het gebruik van de media sensor.
•
De lengte van de label pitch is bijna hetzelfde als de lengte tussen de
•
printkop en de sensors (75.5 mm.)
Een print actie genereert ook een achterwaartse feed (zoals bij het
•
snijden en het afpellen) . Om fouten te vermijden is het mogelijk dat de
achetrwaartse feed verhoogt dient te worden door de BACK ADJ aan te
passen met een positieve waarde.
N2-63
DUTCH VERSION NO1-33089
2.9 Fijne instelling printpositie en printintensiteit
Printstartpositie na een
achterwaartse feed
3mm
Printstartpositie na een
achterwaartse feed
3mm
Printstartpositie na een
achterwaartse feed
NOTA: