Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruikershandleiding
6
Regelmatige controles
6.1
Controle van de werking
ALARM
FOUT LAGE DRUK
6.2
Alarm
Als een gebeurtenis voorkomt die het alarm in werking stelt, dan wordt dit in het display aangegeven met de
tekst ALARM en de relevante alarmmelding. De mogelijke alarmmeldingen zijn:
Melding
Betekenis
FOUT HOGE
Het verwarmingscircuit is het hogedrukcircuit van de warmtepomp. Controleer en corrigeer
DRUK
indien nodig het circuitniveau zoals hieronder beschreven. Reset het alarm zoals hieronder
beschreven.
FOUT LAGE
Het brinecircuit is het lagedrukcircuit van de warmtepomp. Controleer het circuitniveau zoals
DRUK
hieronder beschreven. Neem contact op met de onderhoudstechnicus.
FOUT FASE-
Kan weergegeven worden in combinatie met storing in het elektriciteitsnet, bijvoorbeeld na
SEQ.
een tijdelijke stroomonderbreking. Reset het alarm zoals hieronder beschreven. Schakel in-
dien nodig de voeding gedurende één of twee minuten uit.
Andere alarm-
Reset het alarm zoals hieronder beschreven. Als het alarm aanhoudt moet u contact opne-
melding
men met een onderhoudstechnicus.
Voor alarmen die niet automatisch gereset worden, is een bevestiging vereist. Bevestig het alarm door de
warmtepomp in de bedrijfsmodus UIT en vervolgens weer in de gewenste bedrijfsmodus te zetten.
18
Warmtepompen voor woningen
Tijdens normaal bedrijf brandt de alarmindicator constant groen, om
aan te geven dat alles correct werkt. Wanneer het alarm geactiveerd
wordt, knippert het groene lampje. Tegelijkertijd verschijnt in het dis-
play een tekstmelding.
Controleer de alarmindicator regelmatig, om er zeker van te zijn dat de
installatie correct werkt. Bij een alarm zal de warmtepomp, indien mo-
gelijk, verwarming aan het huis leveren, in de eerste plaats met de
compressor, in de tweede plaats met het elektrische verwarmingsele-
ment. De warmwaterproductie zal stoppen om aan te geven dat een
significant probleem opgetreden is.
VUGFE210
Danfoss Heating Solutions
Advertenties
Inhoudsopgave
