OPMERKING Op diepten tot 1,2 meter blijft de modus SURFACE actief. Gaat
6.1.1. Basisgegevens
Tijdens een nultijdduik, worden de volgende gegevens weergegeven:
uw huidige diepte in meters (feet)
•
de hoogte-instelling aan de linkerkant van het middelste displaysegment met het
•
symbool van een golf en een berg (A0, A1 of A2) (zie Tabel 5.4, "Hoogte-
instellingen".)
de persoonlijke correctiefactor aan de linkerkant van het middelste displaysegment
•
met het symbool van een duiker en plustekens (+) (P0, P1 of P2) (zie Tabel 5.5,
"Instelling persoonlijke correctiefactor".)
de bij deze duik behaalde maximumdiepte in meters (feet), aangeduid met MAX
•
•
de flesdruk in bar (of psi), linksonder
de verstreken duiktijd in minuten, aangeduid met DIVE TIME, rechtsonder
•
de beschikbare nultijd in minuten in het middelste displaysegment als NO DEC
•
TIME en als grafische aanduiding links in de display.
de resterende luchttijd
•
60
u dieper dan 1,2 meter, dan schakelt het apparaat automatisch
over naar de modus DIVE. Het verdient echter aanbeveling zelf
de modus SURFACE handmatig te activeren voordat u het water
ingaat om de vereiste controles voor het duiken uit te voeren.