Figuur 4.2. Blader door de modusopties door op de knop pijl-omhoog en
pijl-omlaag te drukken.
3.
Druk één keer op de knop SMART (Select) om een optie te selecteren.
4.
Blader door de opties voor submodi door op de knop pijl-omhoog en pijl-omlaag
te drukken. Tijdens het bladeren door de opties worden de aanduiding en het
overeenkomstige nummer weergegeven op de display.
5.
Selecteer de gewenste opties door één keer op de knop SMART (Select) te
drukken. Herhaal de procedure als er meer submodi zijn.
6.
Afhankelijk van de modus kunt u nu de geheugens bekijken, een duik simuleren
of de gewenste instellingen kiezen (met de knoppen pijl-omhoog en pijl-omlaag).
Met de knop SMART sluit u een menu (Quit) of bevestigt u de instellingen (OK).
OPMERKING Als u in een menugebaseerde modus gedurende vijf minuten
26
niet op een knop drukt, klinkt er een geluidssignaal en
schakelt het instrument weer over naar de tijdweergave. In
de simulatiemodus gebeurt dit pas na 60 minuten.