5.5. Activering van de modus Error ..........41 5.6. Luchtintegratie ..............42 5.6.1. De Suunto Cobra aansluiten op een ademautomaat ....42 5.7. Instellingen voor de modus DIVE ..........42 5.7.1. Hoogte en persoonlijke correctiefactor aanpassen [1 AdJ MODE] ..43 5.7.2.
Pagina 4
5.8.1. De modus DIVE starten ............ 47 5.8.2. De modus DIVE activeren ..........48 5.8.3. Aanduiding batterijspanning ..........50 5.8.4. Bergmeerduiken ............. 51 5.8.5. Persoonlijke factoren ............53 5.9. Veiligheidsstops ..............55 5.9.1. Aanbevolen veiligheidsstops ..........55 5.9.2. Verplichte veiligheidsstops ..........56 6.
De Cobra is volgens de Suunto traditie ontworpen, met veel functies en mogelijkheden in één duikcomputer. De Cobra is voorzien van veel nieuwe functies die u in geen enkele andere luchtgeïntegreerde duikcomputer vindt. Alle functies van de computer zijn eenvoudig met drukknoppen te bedienen. De display is geoptimaliseerd voor de gekozen duikmodus.
Pagina 8
De gebruikershandleiding van de Suunto Cobra bevat belangrijke informatie die u nodig hebt om vertrouwd te raken met uw Suunto duikcomputer. Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig zodat u bekend bent met de bediening, displays en beperkingen van het instrument voordat u het gebruikt, en bewaar de handleiding ter referentie.
Voordat u de gebruikershandleiding verder doorneemt, is het zeer belangrijk dat u de volgende waarschuwingen leest. Deze waarschuwingen zijn bedoeld om maximale veiligheid te bieden bij het gebruik van de Suunto Cobra en mogen niet worden genegeerd. W A A R S C H U W I N G U moet de brochure en bedieningshandleiding LEZEN VOOR GEBRUIK van uw duikcomputer.
Pagina 10
GEVALLEN DIENT U HET GEBRUIK ONMIDDELLIJK TE STOPPEN EN EEN DOKTER TE RAADPLEGEN. W A A R S C H U W I N G NIET VOOR PROFESSIONEEL GEBRUIK! Suunto-duikcomputers zijn alleen bestemd voor recreatief gebruik. Bij commerciële of professionele duiken kan de duiker worden blootgesteld aan diepten en omstandigheden die een verhoogd risico op decompressieziekte met zich mee brengen.
Pagina 11
W A A R S C H U W I N G SUUNTO RAADT SPORTDUIKERS AAN OM NIET DIEPER TE DUIKEN DAN 40 M OF DE DIEPTE DIE DOOR DE COMPUTER...
Pagina 12
W A A R S C H U W I N G DUIKEN WAARVOOR DECOMPRESSIESTOPS ZIJN VEREIST, WORDEN NIET AANBEVOLEN. NADAT DE DUIKCOMPUTER HEEFT AANGEGEVEN DAT EEN DECOMPRESSIESTOP VEREIST IS, DIENT U ONMIDDELLIJK OP TE STIJGEN EN MET DE DECOMPRESSIE TE BEGINNEN! Let op de knipperende aanduiding ASC TIME en de naar boven wijzende pijl.
Pagina 13
W A A R S C H U W I N G GA NIET VLIEGEN ZOLANG DE DUIKCOMPUTER EEN VLIEGVERBOD AANGEEFT. SCHAKEL VOORDAT U WILT GAAN VLIEGEN ALTIJD DE DUIKCOMPUTER IN OM DE RESTERENDE DUUR VLIEGVERBOD CONTROLEREN. Het risico op decompressieziekte kan sterk toenemen wanneer u tijdens het vliegverbod gaat vliegen of naar een grotere hoogte reist.
W A A R S C H U W I N G DE DUIKCOMPUTER ACCEPTEERT GEEN DECIMALE WAARDEN VOOR HET ZUURSTOFPERCENTAGE. ROND DECIMALE WAARDEN NIET NAAR BOVEN AF. Een zuurstofpercentage van 31,8% moet u bijvoorbeeld invoeren als 31%. Als u de waarde naar boven afrondt, worden het stikstofpercentage te laag ingeschat wat gevolgen heeft voor de decompressieberekeningen.
Pagina 15
W A A R S C H U W I N G OVERSCHRIJD NOOIT DE MAXIMALE OPSTIJGSNELHEID! Een te snelle opstijging vergroot de kans op lichamelijk letsel. Maak altijd de verplichte en aanbevolen veiligheidsstops wanneer u de maximale aanbevolen opstijgsnelheid hebt overschreden. Als u de verplichte veiligheidsstop niet maakt, wordt daarmee bij uw volgende duik(en) in het decompressiemodel rekening gehouden.
W A A R S C H U W I N G DUIK NIET MET VERRIJKTE LUCHT ALS U DE FLESINHOUD NIET PERSOONLIJK HEBT GECONTROLEERD EN DE MENGSELSAMENSTELLING NIET IN DE DUIKCOMPUTER HEBT INGEVOERD. Als u de cilinder niet controleert en het juiste % niet in de duikcomputer invoert, leidt dit tot onjuiste duikplanningsgegevens.
W A A R S C H U W I N G Gebruik van het programma Suunto Dive Planner kan nooit een vervanging zijn voor een goede duiktraining. Duiken met gasmengsels brengt gevaren met zich mee waarmee duikers die duiken met lucht, niet bekend zijn.
Pagina 18
Vocht in het instrument of het batterijvak leidt tot ernstige schade aan de duikcomputer. Laat onderhoud alleen uitvoeren door een erkende SUUNTO dealer of distributeur. OPMERKING Zolang het vliegverbod van kracht is, kunt u niet overschakelen tussen de modi AIR, NITROX en GAUGE.
3. GEBRUIKERSINTERFACE VAN SUUNTO 3.1. Navigeren in de menu's De multifunctionele duikcomputer Suunto Cobra heeft drie duikcomputermodi (AIR, NITROX, GAUGE), drie hoofdmodi (TIME/STAND-BY, SURFACE, DIVING), drie menugebaseerde hoofdmodi (MEMORY, SIMULATION, SET) 16-18 menugebaseerde submodi. U bladert met de drukknoppen door de modi. De modusindicator links en de modusaanduiding onder in het venster geven de geselecteerde modus aan.
3.2. Symbolen en functies van knoppen De volgende lijst geeft een overzicht van de hoofdfuncties van de knoppen op de duikcomputer. Een uitgebreide beschrijving van de knopfuncties vindt u in de desbetreffende paragrafen van de gebruikershandleiding. De duikcomputer heeft gebruiksvriendelijke drukknoppen en een informatiedisplay dat de gebruiker begeleidt.
Pagina 21
De elektronluminescente achtergrondverlichting (in de modus Surface de • modusknop langer dan twee (2) seconden ingedrukt houden, tijdens een duik gedurende één (1) seconde). Knop PLAN (pijl-omhoog) De tijdweergave activeren als de display leeg is. • De duikplanning in de modus Surface activeren •...
4. AAN DE SLAG Als u optimaal van uw Suunto Cobra gebruik wilt kunnen maken, is het belangrijk om de tijd te nemen om het apparaat aan uw persoonlijke voorkeuren aan te passen en tot uw duikcomputer te maken. Stel de juiste tijd en datum in en geef de gewenste instellingen op voor de alarmen, eenheden en displayverlichting.
HET GEBRUIK VAN MENUGEBASEERDE FUNCTIES Activeer de menugebaseerde modi door een keer op de knop SMART (MODUS) te drukken in de duikmodus. Figuur 4.1. Opties in het menu Mode [3 MODE] Blader door de modusopties door op de knop pijl-omhoog en pijl-omlaag te drukken.
Pagina 26
Figuur 4.2. Blader door de modusopties door op de knop pijl-omhoog en pijl-omlaag te drukken. Druk één keer op de knop SMART (Select) om een optie te selecteren. Blader door de opties voor submodi door op de knop pijl-omhoog en pijl-omlaag te drukken.
Als de knop SMART 1 seconde of langer wordt ingedrukt, wordt een menugebaseerde functie of submodus verlaten en keert de duikcomputer direct terug naar de duikmodus. 4.1. INSTELLINGEN WIJZIGEN [3 SET] In de modus Set vindt u parameters en opties die moeten worden ingesteld voor het begin van de duik.
4.1.1. Tijd instellen [2 SET TIME] U activeert de modus voor het instellen van de tijd door MODE- 3 SET- 2 SET TIME te selecteren. Deze modus heeft drie opties: 1 AdJ Time, 2 AdJ Date en 3 T ALARM dagalarm.
OPMERKING De dag van de week wordt automatisch berekend in overeenstemming met de datum. U kunt een datum instellen in het bereik van 1 januari tot en met 31 december 2089. Figuur 4.5. De datum instellen [2 AdJ DATE]. Dagalarm aanpassen [3 T ALARM] U kunt één dagalarm instellen in de duikcomputer.
Figuur 4.6. Dagalarm instellen [3 T ALARM] 4.1.2. Voorkeuren instellen [3 SET PREF] U activeert de modus voor het instellen van voorkeuren door MODE- 3 SET- 3 SET PREF te selecteren. De modus Time Setting heeft drie opties: 1 Time, 2 Date en 3 Daily Time Alarm.
Pagina 31
Figuur 4.7. Inschakelen van achtergrondverlichting instellen. Druk op de bladerknoppen om de achtergrondverlichting aan/uit te zetten en de inschakelduur in te stellen. Eenheden voor duikcomputer instellen (Metrisch/Engels) [2 UNITS] U activeert de modus voor het instellen van de eenheden van de duikcomputer door MODE- 3 SET- 3 SET PREF- 2 UNITS te selecteren.
Model duikcomputer instellen (Air/Nitrox/Gauge) [3 MODEL] In de modus voor het instellen van het model duikcomputer kunt u instellen dat u de duikcomputer gebruikt als AIR-computer, NITROX-computer of dieptemeter (GAUGE) met een timer. U activeert de modus Dive Computer Model Setting door MODE- 3 SET- 3 SET PREF- 3 MODEL te selecteren.
Pagina 33
De watercontacten voor gegevensoverdracht bevinden zich aan de achterkant van het apparaat. Onder water worden de watercontactpolen verbonden met de drukknoppen (de andere pool van het watercontact) door de geleiding van het water. De aanduiding 'AC' verschijnt in de display. De aanduiding AC wordt weergegeven totdat het watercontact wordt gedeactiveerd of de duikcomputer automatisch overschakelt naar de modus Dive.
Het Suunto RGBM biedt extra veiligheid doordat dit model zich aanpast aan verschillende situaties en duikprofielen. Om nog beter te kunnen inspelen op situaties met verhoogd risico, is bij deze Suunto duikcomputer een extra categorie stops geïntroduceerd: de verplichte veiligheidsstop.
5.3. Beperkingen van duikcomputers De duikcomputer is gebaseerd op de meest recente inzichten over decompressie. Ondanks gebruik van de modernste technologie kan een computer echter nooit de feitelijke fysiologische gesteldheid van een individuele duiker bepalen. Alle momenteel bekende decompressieschema's, waaronder de US Navy-tabellen, zijn gebaseerd op theoretische wiskundige modellen die zijn bedoeld als richtlijn om de kans op decompressieziekte te beperken.
Pagina 37
Soort alarm Reden van alarm Drie dubbele geluidssignalen Flesdruk bereikt 50 bar. De aanduiding van de flesdruk gaat knipperen. Flesdruk bereikt 35 bar. Berekende resterende luchttijd bereikt nul. Drie enkelvoudige Nultijdduik gaat over in decompressieduik In de display geluidssignalen met een verschijnen een pijl omhoog en de knipperende interval van twee seconden aanduiding ASC TIME.
Pagina 38
Soort alarm Reden van alarm Maximaal toegestane opstijgsnelheid van 10 meter Continue geluidssignalen en per minuut is overschreden. Grafische weergave geactiveerde opstijgsnelheid knippert en aanduiding STOP achtergrondverlichting verschijnt. gedurende vijf (5) seconden Het plafond voor de verplichte veiligheidsstop is overschreden. Er verschijnt een naar beneden wijzende pijl.
Pagina 39
Soort alarm Reden van alarm Continue serie geluidssignalen gedurende 24 Ingestelde duiktijd is seconden of tot er een knop wordt ingedrukt. overschreden. Duiktijd knippert gedurende één minuut als er niet op een knop wordt gedrukt. Continue serie geluidssignalen gedurende 24 Ingestelde alarmtijd wordt seconden of tot er een knop wordt ingedrukt.
Pagina 40
Soort alarm Reden van alarm Continue geluidssignalen Ingestelde limiet voor partiële zuurstofdruk is bereikt. gedurende drie (3) minuten en In het tweede venster verschijnt een knipperende geactiveerde aanduiding van de huidige PO -waarde. U dient achtergrondverlichting onmiddellijk op te stijgen tot boven de gedurende vijf (5) seconden -dieptelimiet.
5.5. Activering van de modus Error De duikcomputer geeft waarschuwingssignalen in bepaalde situaties waarin het risico op decompressieziekte sterk toeneemt. Wanneer u niet op deze signalen reageert, wordt de modus Error geactiveerd, wat erop duidt dat het risico op decompressieziekte sterk is toegenomen.
5.6.1. De Suunto Cobra aansluiten op een ademautomaat Laat bij voorkeur de Suunto Cobra direct bij aanschaf door de Suunto-dealer op de eerste trap van uw ademautomaat monteren. Mocht u de zender zelf willen monteren, doe dit dan volgens de onderstaande...
In de modus Set [3 SET] vindt u parameters en opties die moeten worden ingesteld voor het begin van de duik. De modus Set is verdeeld in drie submodi voor het instellen van duikgerelateerde parameters, tijdgerelateerde parameters en uw persoonlijke voorkeuren.
U activeert de modus Altitude Adjustment en Personal Adjustment Setting door MODE- 3 SET- 1 SET DIVE- 1 AdJ MODE te selecteren. U hebt de keuze uit drie hoogtemodi en drie persoonlijke modi. Figuur 5.1. Hoogte en persoonlijke correctiefactor instellen. Druk op de bladerknoppen om de hoogtemodus te wijzigen.
Figuur 5.2. Duiktijdalarm instellen. Druk op de bladerknoppen om een alarm in of uit te schakelen en de duiktijd in te stellen. OPMERKING U kunt hiermee bijvoorbeeld de geplande maximale duiktijd instellen op een waarde tussen de 1 en 999 minuten. 5.7.3.
Figuur 5.3. Alarm voor maximale diepte instellen. Druk op de bladerknoppen om een alarm in of uit te schakelen en de maximale diepte in te stellen. 5.7.4. De nitrox-waarden instellen [4 NITROX] Wanneer de modus NITROX is ingesteld, dient u altijd het juiste zuurstofpercentage van het mengsel in de fles in te voeren: alleen dan kunt u erop vertrouwen de alle stikstof- en zuurstofgerelateerde berekeningen juist zijn.
5.8.1. De modus DIVE starten De Suunto Cobra heeft drie duikmodi: de modus AIR voor duiken met standaard perslucht, de modus NITROX voor duiken met mengsels die zijn verrijkt met zuurstof...
5.8.2. De modus DIVE activeren De duikcomputer wordt automatisch geactiveerd bij een diepte van 0,5 meter of meer. U dient echter de modus DIVE ook te activeren VOORDAT u gaat duiken om de flesdruk, de hoogte en persoonlijke correctiefactor, de batterijconditie, de zuurstofinstellingen, etc.
Pagina 49
Figuur 5.6. Opstarten II. Aanduiding batterijspanning. Na de activeringscyclus dient u een aantal controles uit te voeren om er zeker van te zijn dat: de juiste modus is geactiveerd (AIR/NITROX/GAUGE) en alle displaysegmenten • worden weergegeven de aanduiding lage batterijspanning niet aan is. •...
Als de modus NITROX is geactiveerd, dient u bovendien te controleren of: het juiste aantal gasmengsels is ingesteld en de percentages voor zuurstof • overeenkomstig de gemeten verrijkte lucht- mengsels in uw flessen het zuurstofpercentage overeenkomstig het gemeten Nitrox-mengsel in uw fles is •...
Figuur 5.7. Waarschuwing voor lage batterijspanning Het symbool geeft aan dat de batterij bijna leeg is en moet worden vervangen. Als het symbool voor te lage batterijspanning te zien is in de modus Surface of als de displayaanduidingen niet meer of slechts vaag te zien zijn, is de batterij waarschijnlijk leeg of bijna leeg en dient deze te worden vervangen.
Pagina 52
Bij het programmeren van de juiste hoogte, dient u de juiste instelling voor Altitude Adjustment te selecteren aan de hand van Tabel 5.4, “Hoogte-instellingen”. De duikcomputer past dan het decompressiemodel aan de ingevoerde hoogte aan, waardoor de nultijden op grotere hoogten korter worden. Tabel 5.4.
5.8.5. Persoonlijke factoren Er zijn verschillende factoren bekend die de kans op decompressieziekte kunnen vergroten. Een aantal daarvan kunnen vooraf worden voorspeld, zodat er in het decompressiemodel rekening mee kan worden gehouden. De invloed van deze factoren verschilt echter per duiker en kan ook van dag tot dag variëren. Er is een persoonlijke correctiefactor in drie stappen beschikbaar voor een behoudender duikplan.
Pagina 54
Kies aan de hand van Tabel 5.5, “Instelling persoonlijke correctiefactor” de juiste instelling voor de persoonlijke correctiefactor om de decompressieberekening zo nodig behoudender te maken. Onder ideale omstandigheden kunt u gebruikmaken van de standaardinstelling P0. Kies programma P1, of het nog behoudender programma P2, als een van de bovengenoemde factoren meespelen of wanneer de omstandigheden minder ideaal zijn.
De Suunto Cobra kent twee soorten veiligheidsstops: aanbevolen en verplichte veiligheidsstops. De veiligheidsstops worden aangegeven door: aanduiding STOP, in het dieptebereik 3 - 6 meter = afteltimer voor aanbevolen •...
Wanneer de opstijgsnelheid continu of langer dan vijf (5) seconden hoger ligt dan 10 meter per minuut, is de vorming van microbelletjes naar verwachting hoger dan in het decompressiemodel is toegestaan. De Suunto RGBM-berekening reageert hierop door een verplichte veiligheidsstop toe te voegen. De duur van deze verplichte veiligheidsstop is afhankelijk van de mate waarin de maximaal toegestane opstijgsnelheid is overschreden.
Pagina 57
In de display verschijnt de aanduiding STOP en bij het bereiken van een diepte tussen de 6 en 3 meter worden ook de aanduiding CEILING, de plafonddiepte en de voorgeschreven duur van de verplichte stop weergegeven. Wacht tot de waarschuwing voor de verplichte veiligheidsstop verdwijnt.
Pagina 58
Als u de verplichte veiligheidsstop niet maakt of te lang wacht met terugkeren tot onder het decompressieplafond, wordt het berekeningsmodel aangepast en wordt de nultijd voor een volgende duik verkort. In dat geval verdient het aanbeveling een lange oppervlakte-interval tot de volgende duik in te lassen.
6. DUIKEN In dit hoofdstuk vindt u instructies voor het gebruik van de duikcomputer en het aflezen van de displays. U zult merken dat beide zeer eenvoudig zijn. In elk display worden alleen de gegevens weergegeven die van belang zijn voor de specifieke duikmodus. 6.1.
OPMERKING Op diepten tot 1,2 meter blijft de modus SURFACE actief. Gaat u dieper dan 1,2 meter, dan schakelt het apparaat automatisch over naar de modus DIVE. Het verdient echter aanbeveling zelf de modus SURFACE handmatig te activeren voordat u het water ingaat om de vereiste controles voor het duiken uit te voeren.
Pagina 61
Figuur 6.2. Duikvenster. Huidige diepte is 19,3 meter en de nultijdlimiet is 23 minuten in de modus A0/P1. Maximale diepte bij deze duik was 19,8 meter, duiktijd is 16 minuten. In de tweede vensters, die u kunt openen door op de knop TIME te drukken, wordt het volgende weergegeven: de watertemperatuur in °C (°F) •...
Momentmarkeringen kunnen ook worden bekeken met de PC-software Suunto Dive Manager. Als u tijdens een duik een momentmarkering in het profielgeheugen wilt opslaan, moet u op de...
Figuur 6.4. Momentmarkering activeren. Een annotatie, momentmarkering, wordt in het profielgeheugen geplaatst als tijdens een duik de knop PLAN wordt ingedrukt. Let op het Logboeksymbool. 6.1.3. Flesdrukgegevens De flesdruk digitaal in bar (of psi) wordt linksonder in het tweede venster weergegeven. Zodra u aan een duik begint, wordt de resterende luchttijd berekend.
Pagina 64
Veranderingen van uw luchtverbruik worden geregistreerd aan de hand van constante drukmetingen die gedurende perioden van 30 tot 60 seconden plaatsvinden met een interval van 1 seconde. Een toename in luchtverbruik is vrijwel direct van invloed op de resterende luchttijd, terwijl een afname in het luchtverbruik de resterende luchttijd slechts langzaam doet toenemen.
(laagste) balk van de grafische aanduiding. Hoe meer stikstof uw lichaam opneemt, des te meer segmenten verschijnen. Groene zone– Suunto raadt u voor uw eigen veiligheid aan te zorgen dat de grafische aanduiding van de nultijd binnen de groene zone blijft. Segmenten beginnen te verschijnen als de beschikbare nultijd tot minder dan 100, 80, 60, 50, 40, 30 en 20 minuten daalt.
Rode zone– Als alle staven worden weergegeven (rode zone), is uw nultijd gelijk aan nul en is uw duik een duik met decompressiestops geworden (voor meer informatie zie Paragraaf 6.1.6, “Decompressieduiken”). 6.1.5. Stijgsnelheidsmeter De opstijgsnelheid wordt langs de rechterkant grafisch weergegeven door een verticale balk.
Pagina 67
Stijgsnelheidsmeter De overeenkomstige stijgsnelheid Vier segmenten, het segment Hoger dan 12 meter per minuut of continu 10 SLOW, knipperende meter per minuut diepteaanduiding, de aanduiding STOP en een geluidssignaal Wanneer de maximaal toegestane opstijgsnelheid wordt overschreden, verschijnen het vijfde waarschuwingssegment SLOW (langzaam) en de aanduiding STOP en begint de diepteaanduiding te knipperen.
Pagina 68
Figuur 6.6. Stijgsnelheidsmeter. Knipperende diepteaanduiding, aanduiding SLOW en vier segmenten worden getoond: stijgsnelheid is hoger dan 10 meter per minuut. Deze waarschuwing geeft aan dat u de snelheid moet terugbrengen! De aanduiding STOP betekent dat u een verplichte veiligheidsstop moet maken als u een diepte van 6 meter bereikt.
6.1.6. Decompressieduiken Wanneer de NO DEC TIME (nultijd) is gedaald tot nul, gaat uw duik over in een decompressieduik. Dit betekent dat u bij terugkeer naar de oppervlakte een of meer decompressiestops moet maken. De aanduiding NO DEC TIME in de display wordt vervangen door de aanduiding ASC TIME (opstijgtijd) en er verschijnt een waarde voor CEILING (decompressieplafond).
Pagina 70
De opstijgtijd (ASC TIME) is de minimaal vereiste tijd om bij een decompressieduik veilig de oppervlakte te bereiken. Deze tijd omvat: de aanbevolen veiligheidsstop van drie (3) minuten • de vereiste tijd om op te stijgen tot het decompressieplafond bij een opstijgsnelheid •...
Pagina 71
Het decompressieplafond is de geringste diepte tot welke u tijdens de decompressie • mag opstijgen. Alle decompressiestops moeten op of onder deze diepte worden gemaakt. De decompressiezone is het optimale gebied voor een decompressiestop. Dit is • het gebied tussen het decompressieplafond en 1,4 meter daaronder. De decompressieondergrens is de grootste diepte waarop decompressie kan •...
Pagina 72
Blijf in zo'n situatie iets onder het decompressieplafond om te voorkomen dat u door de golven over het decompressieplafond wordt getild. Suunto adviseert om decompressiestops altijd op een diepte onder de 4 meter te maken, zelfs als het aangegeven decompressieplafond hoger ligt.
Pagina 73
Figuur 6.9. Decompressieduik, onder ondergrens. Pijl-omhoog, knipperende aanduiding ASC TIME en geluidssignaal geven aan dat u moet opstijgen. De minimaal benodigde opstijgtijd inclusief veiligheidsstop is 7 minuten. Het decompressieplafond ligt op 3 meter. Display-aanduidingen boven de decompressieondergrens Wanneer u opstijgt tot boven de decompressieondergrens, stopt de aanduiding ASC TIME met knipperen en verdwijnt de naar boven gerichte pijl.
Pagina 74
Figuur 6.10. Decompressieduik, boven ondergrens. De pijl-omhoog is verdwenen en de aanduiding ASC TIME knippert niet meer. Dit betekent dat u in het decompressiebereik bent. De decompressie begint nu, maar slechts zeer langzaam. Daarom moet u verder opstijgen. Display-aanduidingen in de decompressiezone Wanneer u de decompressiezone bereikt, verschijnen er twee pijlen die naar elkaar wijzen (het zandlopersymbool) in de display.
Pagina 75
Figuur 6.11. Decompressieduik, in decompressiezone. Twee naar elkaar gerichte pijlen ('zandloper'). U bevindt zich in de optimale decompressiezone op een diepte van 3,5 meter en de minimaal benodigde opstijgtijd is 5 minuten. Met een druk op de knop TIME wordt het alternatieve venster geactiveerd. Tijdens de decompressiestop wordt de waarde voor ASC TIME afgeteld tot nul.
Pagina 76
Displayaanduidingen boven het decompressieplafond Als u tijdens een decompressiestop opstijgt tot boven het decompressieplafond, verschijnt er een naar beneden gerichte pijl in de display en klinkt er een continu geluidssignaal. Figuur 6.12. Decompressieduik, boven decompressieplafond. Een pijl-omlaag, de waarschuwing Er en een geluidssignaal. U moet direct (binnen 3 minuten) afdalen tot op of onder het decompressieplafond.
6.2. Duiken in de modus NITROX Deze duikcomputer kan worden ingesteld voor duiken met alleen perslucht (modus Air) of voor duiken met Enriched Air Nitrox (EANx) (modus Nitrox). 6.2.1. Voor een duik in de modus NITROX Als de modus NITROX is geactiveerd, moet u altijd het juiste zuurstofpercentage van het gasmengsel invoeren om ervoor te zorgen dat alle stikstof- en zuurstofgerelateerde berekeningen correct worden uitgevoerd.
In de modus NITROX wordt de maximale gebruiksdiepte berekend op basis van de ingestelde O %- en PO -waarden. Daarnaast toont de Suunto in de modus NITROX de volgende gegevens in het tweede venster: het zuurstofpercentage, aangeduid met O •...
Pagina 79
Figuur 6.13. Venster voor Nitrox. Maximale diepte op basis van ingesteld O2% (21%) en PO2 (1,4 bar) is 54,1 meter. In de duikmodi wordt het zuurstofpercentage aangeduid met O % en wordt de huidige blootstelling aan zuurstoftoxiciteit aangegeven door een OLF-staafdiagram (Oxygen Limit Fraction) (Afb.
Pagina 80
Figuur 6.14. Weergave van partiële zuurstofdruk en OLF. Er klinkt een geluidssignaal als de partiële zuurstofdruk groter is dan 1,4 bar of de ingestelde waarde en/of de OLF-waarde de limiet van 80% heeft bereikt. Het alternatieve venster verschijnt als u tijdens een nitroxduik op de knop TIME drukt. Hierin wordt het volgende weergegeven: •...
Figuur 6.15. Alternatief venster. Na een druk op de knop TIME worden de huidige tijd, maximale diepte, temperatuur, CBT en O2% weergegeven als de luchttijd minder dan 30 minuten is. Na vijf seconden keert het venster terug naar de oorspronkelijke display. 6.2.3.
Als de OTU-waarde de CNS-waarde bereikt en overschrijdt, wordt niet alleen het percentage weergegeven maar beginnen ook de laagste segmenten te knipperen om aan te geven dat de getoonde waarde betrekking heeft op OTU. Figuur 6.16. De laagste staaf knippert om aan te geven dat de OLF-waarde betrekking heeft op OTU.
Pagina 83
Figuur 6.17. De modus Gauge. De huidige diepte, maximale diepte, duiktijd, flesdruk, resterende luchttijd en stijgsnelheidsmeter worden weergegeven tijdens de duik. Deze modus kan ook worden gebruikt voor andere doeleinden zoals snorkelen, freediving, dieptemetingen enzovoort. OPMERKING In de modus worden geen decompressiegegevens berekend. OPMERKING Na een duik met de modus GAUGE actief kunt u niet naar een andere modus overschakelen zolang het vliegverbod van kracht...
7. NA HET DUIKEN Wanneer u terugkeert naar de oppervlakte, blijft de Suunto Cobra veiligheidsinformatie en waarschuwingen voor na de duik bieden. De veiligheid van de duiker wordt optimaal bewaakt dankzij berekeningen voor het plannen van herhalingsduiken. Tabel 7.1. Alarmen...
Pagina 85
Figuur 7.1. Venster Surface. U bent teruggekeerd van een duik van 18 minuten met een maximale diepte van 20,0 meter. De huidige diepte is 0,0 meter. Het vliegtuigsymbool geeft aan dat u niet mag vliegen en het attentiesymbool geeft aan dat u de oppervlakte-interval moet verlengen.
Pagina 86
Figuur 7.2. Weergave van oppervlakte-interval, oppervlaktetijd en duur van vliegverbod: druk één keer op de knop TIME om de oppervlaktetijd weer te geven en twee keer voor de duur van het vliegverbod die wordt aangegeven door het vliegtuigsymbool. Of als een of twee keer op de knop TIME wordt gedrukt: •...
7.2. Duiknummering Herhalingsduiken worden beschouwd als onderdeel van één serie zolang de duur van het vliegverbod niet is verstreken. Binnen elke serie worden de duiken afzonderlijk genummerd. De eerste duik van de serie wordt genummerd als DIVE 1, de tweede als DIVE 2, de derde als DIVE 3, enzovoort.
Na een duik met een verplichte decompressiestop mag pas na 24 uur en bij • voorkeur na 48 uur worden gevlogen. Suunto adviseert om niet te gaan vliegen totdat is voldaan aan alle richtlijnen van • DAN en UHMS en het door de duikcomputer afgegeven vliegverbod is verstreken.
Figuur 7.3. Geheugenopties [3 MEMORY]. 7.4.1. Logboek en duikprofielgeheugen [1 LOGBOOK]) De Suunto Cobra beschikt over een zeer geavanceerd logboek en omvangrijk profielgeheugen. De gegevens worden op basis van de geselecteerde meetinterval in het profielgeheugen opgeslagen.
Pagina 90
U kunt in het logboek bladeren door voor elke duik alleen de eerste pagina te bekijken of u kunt door de 4 verschillende pagina's van een duik bladeren. Op de eerste pagina van een duik kunt u met de knop MODE de bladervolgorde wijzigen.
Pagina 91
datum van de duik • begintijd van de duik • duiknummer • Figuur 7.5. Logboek, pagina I. Bladeren naar verschillende pagina's van geselecteerde duik. Pagina II maximumdiepte • OPMERKING Als gevolg van een lagere nauwkeurigheid kan de meetwaarde tot 0,3 meter verschillen van de waarde voor maximale diepte van de duikhistorie.
Pagina 92
persoonlijke correctiefactor (niet weergegeven in de modus Gauge) • aanduiding SLOW als de duiker de maximaal toegestane opstijgsnelheid heeft • overschreden • aanduiding STOP minuten als de verplichte veiligheidsstop niet is gemaakt aanduiding ASC TIME als de duik een duik met decompressiestops was •...
Pagina 93
ΔP beschrijft de daling van de flesdruk tijdens de duik. • Figuur 7.7. Logboek, pagina III. Oppervlakte-interval, gemiddelde diepte en verbruikte lucht die wordt aangegeven door ΔP. Pagina IV • duiknummer in duikserie • het profiel van het duik, automatisch bladeren waarbij: het logboeksymbool knippert als de gebruiker op de knop PLAN heeft gedrukt voor momentmarkeringen •...
Figuur 7.8. Logboek, pagina IV. Profiel van een specifieke duik. Druk één keer op de knop SMART (Select) zodat u met de bladerknoppen voorwaart en achterwaarts door de verschillende duiken kunt bladeren. Druk nog een keer op de knop SMART (>Select) om met de bladerknoppen weer door de verschillende pagina's van de geselecteerde duik te bladeren.
Duikprofielgeheugen [PROF] Het bladeren door het profiel wordt automatisch gestart als Logboek pagina IV (PROF) wordt geopend. Met de standaardinstelling wordt het duikprofiel opgeslagen en weergegeven in stappen van 20 seconden waarbij elke stap ongeveer drie seconden wordt weergegeven. De getoonde diepten zijn de maximale waarden voor elke interval. Druk op een willekeurige knop om het bladeren door het profiel stop te zetten.
Pagina 96
Wanneer deze maximumwaarden worden bereikt, worden de tellers opnieuw op nul gezet. OPMERKING De maximale diepte kan opnieuw op 0,0 meter worden ingesteld door de duikcomputer met de PC-aansluitkabel op een PC aan te sluiten waarop het gratis te downloaden programma Suunto Dive Manager is geïnstalleerd.
7.4.3. Gegevensoverdracht en PC-interface [3 TR-PC] Suunto DM4 met Movescount (DM4) is optionele PC-software waarmee de functionaliteit van de Suunto Cobra sterk wordt uitgebreid. Met het programma DM4 kunt u duikgegevens van uw duikcomputer naar een laptop downloaden. U kunt vervolgens alle gegevens bekijken en ordenen die door de Suunto Cobra zijn vastgelegd.
Pagina 98
• Instellingen voor de hoogte en persoonlijke correctiefactor Met DM4 kunt u verder opties instellen zoals: persoonlijke gegevens invoeren in het Suunto-instrument (maximaal 30 tekens). • de maximale diepte van de historie voor persluchtduiken terugzetten op nul. • handmatig opmerkingen, multimedia en andere persoonlijke informatie toevoegen •...
U maakt als volgt verbinding met Movescount: Ga naar www.movescount.com. Meldt u aan en maak een gratis Movescount-account. Download en installeer de software Suunto DM4 with Movescount vanaf de website Movescount.com, als DM4 nog niet op uw laptop is geïnstalleerd Overbrengen van Gegevens: Sluit de duikcomputer aan op uw laptop.
7.6.1. Duiksimulator [1 SIMDIVE] De duiksimulator is een uitstekend hulpmiddel om vertrouwd te raken met uw duikcomputer en uw duiken te plannen. Suunto adviseert verschillende duikscenario's te doorlopen met de duiksimulator. Met de duiksimulator kunt u duikprofielen van uw keuze 'uitvoeren' en kijken wat wordt weergegeven op de display tijdens een echte duik.
Figuur 7.12. Modus duiksimulator [1 SIMDIVE] U daalt af door te drukken op de pijl-omlaag (TIME) en gaat omhoog door te drukken op de pijl-omhoog (PLAN). 7.6.2. Duikplanningsimulator [2 SIMPLAN] In de modus duikplanningsimulator worden de huidige nultijdlimieten getoond. In deze modus kunt u ook de gewenste stap voor de oppervlakte-intervallen toevoegen aan de huidige oppervlaktetijd zodat u uw duiken vooraf kunt plannen.
Pagina 102
Figuur 7.13. Modus Duikplanningsimulator [2 SIMPLAN] U voegt de gewenste stap voor de oppervlakte-intervallen toe (aan de huidige oppervlakte-interval) door te drukken op de knop TIME en PLAN. Deze display wordt alleen getoond voor herhalingsduiken. OPMERKING Deze display wordt alleen getoond voor herhalingsduiken. OPMERKING De duikplanningsimulator kan niet worden ingeschakeld in de modi GAUGE en Error.
8. ZORG EN ONDERHOUD VAN MIJN SUUNTO DUIKCOMPUTER De SUUNTO duikcomputer is een geavanceerd precisie-instrument. Hoewel het is ontworpen om bestand te zijn tegen de ontberingen van het duiken, moet u er net zo zorgvuldig en voorzichtig mee omgaan als elk ander precisie-instrument.
Pagina 104
Voor dit onderhoud is speciaal gereedschap en een speciale opleiding nodig. Het is daarom aan te raden contact op te nemen met een erkende SUUNTO dealer of distributeur voor onderhoud. Probeer geen onderhoud uit te voeren waar u niet zeker van bent.
Controleer het beeldscherm op mogelijk vocht of water. Gebruik de duikcomputer NIET als er vocht of water aan de binnenzijde zichtbaar is. Neem contact op met een erkende Suunto dealer om de batterij te vervangen of voor ander onderhoud.
9. BATTERIJEN VERVANGEN OPMERKING Voor het vervangen van de batterij kunt u zich het beste tot een erkende Suunto-dealer wenden. Het is noodzakelijk dat de batterij op de juiste manier wordt vervangen om te voorkomen dat er water naar het batterijcompartiment of de computer lekt.
Controleer op sporen van lekkage, in het bijzonder tussen de pieper en het kapje, of andere beschadiging. Breng de duikcomputer ter controle of reparatie naar een erkende SUUNTO-dealer of de importeur als u lekken of andere schade aantreft.
Pagina 108
Controleer de conditie van de O-ring; een defecte O-ring kan duiden op problemen met de afdichting of andere problemen. Vervang de O-ring, ook als deze in goede staat lijkt te zijn. 10. Controleer of het batterijcompartiment, de batterijhouder en het kapje schoon zijn.
18. Plaats de computer de computer weer in de console. Het instrument is nu klaar voor gebruik. Controleer na de eerste duiken op vocht onder het transparante LET OP kapje van het batterijvak. De aanwezigheid van vocht duidt op een lek. 9.4.
10. TECHNISCHE GEGEVENS 10.1. Technische gegevens Afmetingen en gewicht: • Diameter: breedte 73 mm, lengte 165 mm • Hoogte: 35 mm • Gewicht: 210g (zonder slang) Dieptemeter: • Druksensor met temperatuurcompensatie • Gekalibreerd in overeenstemming met EN 13319 • Te gebruiken op maximale diepte: 80 m (in overeenstemming met EN 13319) •...
Pagina 112
• Maximale diepten: 3,0 tot 100 m • Luchttijd: 0 tot 99 min (- - na 99) Temperatuurvenster: • Nauwkeurigheid: 1 °C • Weergavebereik: -9 tot +50 • Nauwkeurigheid: ± 2 °C binnen 20 minuten na een temperatuurwijziging Kalender/klok • Nauwkeurigheid: ±...
Pagina 113
OPMERKING Bewaar de duikcomputer niet op een plaats waar deze wordt blootgesteld aan direct zonlicht. Berekeningsmodel lichaamsweefsel: • Suunto RGBM-algoritme (ontwikkeld door Suunto en Bruce R. Wienke, BSc, MSc, PhD) • 9 weefselcompartimenten • Halfwaardetijden weefselcompartimenten: 2,5, 5, 10, 20, 40, 80, 120, 240 en 480 minuten (bij gassing).
10.2. RGBM RGBM (Reduced Gradient Bubble Model) van Suunto is een modern algoritme om te voorspellen hoeveel opgelost en vrij gas aanwezig is in de weefsels en het bloed van de duiker. Het algoritme is ontwikkeld door Suunto in samenwerking met Bruce R.
(microbelletjes). Het voordeel van Suunto RGBM is grote veiligheid doordat het model kan worden aangepast aan vele situaties. Suunto RGBM is geschikt voor diverse duikomstandigheden die buiten het bereik liggen van modellen die alleen voorspellingen kunnen doen voor opgelost gas.
Verplichte veiligheidsstops toevoegen • De duur van decompressiestops verlengen • Een langere oppervlakte-interval aanbevelen (attentiesymbool) • Attentiesymbool – Aanbeveling van langere oppervlakte-interval Bepaalde patronen van meerdere duiken brengen een verhoogd risico op decompressieziekte met zich mee, bijvoorbeeld duiken met korte oppervlakte- intervallen, herhalingsduiken naar steeds grotere diepten, meerdere opstijgingen en veelvuldig duiken op meerdere dagen.
Pagina 117
Tabel 10.1. Nultijdlimieten voor verschillende diepten (m) Nultijdlimieten (min) voor verschillende diepten (m) voor de eerste duik van een serie Diepte Persoonlijke correctiefactor / hoogte-instelling P0/A0 P0/A1 P0/A2 P1/A0 P1/A1 P1/A2 P2/A0 P2/A1 P2/A2...
Pagina 118
Tabel 10.2. Nultijdlimieten voor verschillende diepten (ft) Nultijdlimieten (min) voor verschillende diepten ft) voor de eerste duik van een serie Diepte Persoonlijke correctiefactor / hoogte-instelling (ft) P0/A0 P0/A1 P0/A2 P1/A0 P1/A1 P1/A2 P2/A0 P2/A1 P2/A2...
10.2.3. Bergmeerduiken Op grote hoogten is de atmosferische druk lager dan op zeeniveau. Als u naar een grote hoogte reist, bevat uw lichaam meer stikstof ten opzichte van de homeostase op de oorspronkelijke hoogte. Dit aanvullende stikstof komt geleidelijk vrij totdat het evenwicht is hersteld.
Voordat u gaat duiken op hoogte, moet de hoogte-instelling aan de nieuwe hoogte worden aangepast. De maximale partiële stikstofdruk die is toegestaan volgens het wiskundige model van de duikcomputer, wordt dan verminderd in overeenstemming met de lagere luchtdruk in de omgeving. Hierdoor worden de nultijdlimieten sterk verkort.
Pagina 121
Tweede OLF%-venster voor CNS% of OTU% (afhankelijk van welke waarde het • grootst is). Er klinken geluidssignalen en de OLF-waarde begint te knipperen wanneer de • limieten van 80% en 100% worden overschreden. Er klinken geluidssignalen en de werkelijke PO -waarde begint te knipperen •...
Het CE merk wordt gebruikt om de conformiteit met de Europese Unie EMC richtlijn 89/336/EEC vast te stellen. 12.2. EN 13319 EN 13319 is een Europese norm voor duikdieptemeters. Suunto duikcomputers zijn zodanig ontworpen dat aan deze norm wordt voldaan. 12.3. EN 250 / FIOH...
13. BEPERKTE GARANTIE VAN SUUNTO Suunto garandeert dat Suunto of een door Suunto geautoriseerd servicecentrum (hierna servicecentrum) gedurende de garantieperiode, ter eigen beoordeling, defecten in materialen of uitvoering gratis zal herstellen door a) reparatie, b) vervanging of c) terugbetaling, onderhevig aan de voorwaarden en condities van deze beperkte garantie.
Pagina 125
Suunto garandeert niet dat het product ononderbroken of zonder fouten zal werken, of dat het product zal werken in combinatie met enige hardware of software die door een derde partij wordt geleverd.
Pagina 126
Suunto op de hoogte was van de kans op dergelijke schade. Suunto zal niet aansprakelijk zijn voor vertraging bij het verlenen van...
14. AFDANKEN VAN HET APPARAAT Dank dit apparaat op de juiste wijze af conform de voorschriften voor kleine huishoudelijke apparaten. Gooi het niet in de vuilnisbak. Desgewenst kunt u het apparaat inleveren bij een Suunto-dealer bij u in de buurt.
VERKLARENDE WOORDENLIJST Luchttijd De resterende duiktijd berekend op basis van de flesdruk, de omgevingsdruk en het huidige luchtverbruik. Bergmeerduik Een duik op een hoogte groter dan 300 meter boven zeeniveau. Opstijgsnelheid De snelheid waarmee de duiker naar de oppervlakte opstijgt. ASC RATE Afkorting die op de duikcomputer wordt gebruikt voor opstijgsnelheid.
Pagina 129
Afkorting die op de duikcomputer wordt gebruikt voor decompressieziekte (decompression illness). Decompressie Duur van een decompressiestop of doorgebrachte tijd in het decompressiebereik om opgenomen stikstof op natuurlijke wijze de weefsels te laten verlaten. Decompressiebereik Tijdens een duik met decompressiestops is dit het dieptebereik tussen de decompressieondergrens en het decompressieplafond waarin een duiker enige tijd moet wachten bij het opstijgen.
Pagina 130
Enriched Air Nitrox Wordt ook nitrox of verrijkte lucht genoemd en komt overeen met EANx op de duikcomputer. Betreft lucht waaraan zuurstof is toegevoegd. Standaardmengsels zijn EAN32 (NOAA Nitrox I = NN I) en EAN36 (NOAA Nitrox II = NN II). Equivalent Air Depth Tabel met equivalente waarden voor de partiële stikstofdruk.
Pagina 131
Zuurstoftolerantie-eenheid Hiermee wordt de toxiciteit voor het zenuwstelsel gemeten. Zuurstoflimietpercentage Suunto-term voor de grafisch weergegeven zuurstoftoxiciteitwaarden. De waarde wordt aangegeven door CNS% of OTU%. Zuurstofpercentage in ademgas. Gewone lucht bevat 21% zuurstof. Partiële zuurstofdruk Beperkt de maximale diepte waarop een nitroxmengsel veilig kan worden gebruikt.
Pagina 132
Weefselgroep Theoretisch concept voor het modelleren van lichaamsweefsels om decompressietabellen of -berekeningen te maken. Zuurstofvergiftiging centrale Een andere vorm van zuurstofvergiftiging die wordt veroorzaakt door zenuwstelsel langdurige blootstelling aan een hoge partiële zuurstofdruk. De meest voorkomende symptomen zijn irritaties in de longen, een branderig gevoel in de buik, hoesten en verminderde vitaliteit.
Pagina 133
TIME-KEEPING AND STAND-BY MODE SURFACE MODE DIVING MODE DIVE MODE 1.2 M MODES AND LCD & OPERATIONS Backlight (>2 s) battery Backlight MODE check AIR TIME NO DEC TIME nitrox / DIVE TIME DIVE TIME gauge display Bookmark in QUIT Plan Time &...