In de modus Set [3 SET] vindt u parameters en opties die moeten worden ingesteld
voor het begin van de duik. De modus Set is verdeeld in drie submodi voor het instellen
van duikgerelateerde parameters, tijdgerelateerde parameters en uw persoonlijke
voorkeuren.
Tijdgerelateerde [2 SET TIME] en persoonlijke voorkeuren [3 SET PREF] worden
behandeld in Paragraaf 4.1, "INSTELLINGEN WIJZIGEN [3 SET]".
U activeert de modus voor het instellen van duikparameters door MODE- 3 SET- 1
SET DIVE te selecteren. De modus Dive Parameter Setting [1 SET DIVE] heeft
afhankelijk van de modus van de duikcomputer twee tot vier opties. In de modus
Gauge zijn er twee opties, in de modus Air drie opties en in de modus Nitrox vier
opties.
In de volgende afbeelding ziet u hoe u het menu voor de modus DIVE opent.
OPMERKING Sommige instellingen kunnen pas vijf (5) minuten na afloop van
een duik worden gewijzigd.
5.7.1. Hoogte en persoonlijke correctiefactor aanpassen [1 AdJ MODE]
De huidige instellingen voor de hoogte en persoonlijke correctiefactor worden
weergegeven in het startvenster wanneer u duikt aan de oppervlakte. Als de getoonde
instellingen niet overeenkomen met de huidige hoogte boven zeeniveau of uw
lichamelijke conditie (zie Paragraaf 5.8.4, "Bergmeerduiken" en Paragraaf 5.8.5,
"Persoonlijke factoren"), dient u altijd de juiste waarden in te stellen voordat u gaat
duiken. Met de functie Altitude Adjustment kunt u de juiste hoogte boven zeeniveau
selecteren en met de functie Personal Adjustment kunt u het decompressiemodel
behoudender maken.
43