Hoofdstuk 6, Accu-Chek Smart Pix-software – eenvoudige modus
240
Aan de onderkant van de grafiek kan de volgende informatie
worden weergegeven:
•
Hoeveelheden koolhydraten (bruin), indien in
de meter opgeslagen of in het gegevensbestand inge-
voerd. Om de hoeveelheden beter te kunnen schatten,
worden de balken door kleine, van elkaar gescheiden
blokken weergegeven. Ieder volledig blok geeft 10 g
koolhydraten weer. In het onderste gedeelte van de
rechter y-as wordt de schaalverdeling van de hoeveel-
heid koolhydraten weergegeven, zolang er geen infor-
matie over de basale dosering beschikbaar is.
Basale dosering (blauw), indien afkomstig van een
•
insulinepomp. In het onderste gedeelte van de rechter
y-as wordt de schaalverdeling van de basale dosering
weergegeven.
Verschillende gebeurtenissen worden (onafhankelijk van
de weergave van de basale dosering) eveneens ingetekend.
Hiertoe behoren:
•
Gebeurtenissen van de basale dosering (b.v. start,
stop, wijzigingen van de basale dosering)
•
Vervangen van de ampul en bijbehorende gebeurte-
nissen, zoals b.v. vullen van de transferset
De betekenis van de verschillende symbolen wordt (kort)
toegelicht in de legenda en vanaf pagina 102 uitgebreider
beschreven.