Hoofdstuk 5, Rapporten en gegevensbestanden
138
Rapport (bloedglucose)
Aantal metingen: Aantal geanalyseerde bloedglucose-
•
resultaten in de geselecteerde periode.
•
Metingen/dag: Het gemiddelde aantal bloed-
glucosemetingen dat per dag is uitgevoerd voor alle
dagen van de geanalyseerde tijdsperiode. Daarnaast
wordt alleen voor die dagen waarop ten minste een-
maal een meting is uitgevoerd, de waarde (tussen
haakjes) weergegeven.
•
Gemiddelde bloedglucose: Het gemiddelde van
alle gemeten bloedglucosewaarden.
Standaardafwijking (SD): De standaardafwijking
•
resp. spreiding van de geanalyseerde meetresultaten.
•
Hoogste/laagste waarde: Het hoogste en laagste
bloedglucoseresultaat, dat in de geselecteerde tijd-
speriode werd gemeten.
Streefwaardenbereik: Het voor het rapport
•
toegepaste streefwaardenbereik.
•
Boven/binnen/onder streefwaardenbereik:
Aandeel van de meetresultaten boven, binnen of
beneden het streefwaardenbereik (in procenten).
Gemiddelde BG voor/na maaltijden: Gemiddelde
•
waarde van de geanalyseerde meetresultaten die
gerelateerd zijn aan een maaltijd.
•
Hypo-/hypergrens: Bloedglucoseresultaten onder
de hypogrens worden als hypoglykemie en die boven
de hypergrens als hyperglykemie gedefinieerd.
Hypoglykemieën: Aantal hypoglykemieën.
•
•
HBGI / LBGI: Deze waarden geven de frequentie en
het hieruit voortkomende risico van te hoge resp. lage
bloedglucoseresultaten weer (zie de betreffende
literatuurreferenties op pagina 186). Er dient naar
zo laag mogelijke waarden te worden gestreefd.