Afstellen/ombouwen
Vervangen van de smeltlijm
Zorg er eerst voor dat er slechts weinig restjes van de oude lijm in de tank liggen.
Vooraleer lijm te wisselen, moet u uitmaken of de oude en de nieuwe lijm compatibel zijn.
Zijn ze compatibel, kan de oude lijm met de nieuwe uitgespoeld worden.
Zijn ze niet compatibel, gaat u als volgt tewerk:
1.
Maak de tank, slang en pistool zo ver mogelijk leeg. Druk daarom op de trekker tot er
geen lijm meer uitkomt.
2.
Spoel gans de tankinstallatie met een reinigingsmiddel dat afgestemd is op de nieu-
we smeltlijm.
3.
Vul de tank met de nieuwe lijm.
Verlagen van de druk
Voor het verwijderen van een slang of voor het uitvoeren van onderhouds- of herstel-lings-
werkzaamheden moet de druk afgelaten worden.
Ga als volgt te werk:
1.
Schakel de pomp uit. 0I
I
2.
Zet een emmer onder de sproeikop van het pistool.
0
3.
Duw op de trekker van het pistool tot er geen smeltlijm meer uitkomt.
Het demonteren van een verwarmde slang
Benodigd werktuig:
Verbrandingsgevaar
Aan hete onderdelen, door hete lijm en smeltlijmdampen.
Draag daarom steeds isolerende veiligheidshandschoenen.
Info
Lees ook de handleiding van de verwarmde slang (deel 3 van deze handleiding).
Voor de demontage van een slang gaat u als volgt te werk:
1.
Laat de installatie opwarmen, te demonteren slang en pomp tot minstens 100°C.
Hiermee wordt vermeden dat de slang tijdens het demonteren beschadigd raakt.
2.
Laat de druk af (zie hoofdstuk 7.4).
3.
Zet de installatie af met de hoofdschakelaar. 0I
4.
Verbreek de elektrische aansluiting van de slang. Draai daarvoor de dopmoer van de
stekker los en verwijder.
5.
Schroef de slang met een moersleutel SW 19 los van de pomp. Hou hierbij de te-
genmoer vast met een tweede moersleutel SW 19.
Opgelet!
Wanneer een andere slang op de installatie moet worden gemonteerd, moet deze voor
de montage ook tot 100°C worden verwarmd om beschadigingen te vermijden.
• 2 moersleutels SW 19
36