Menu 5.3.8 - warmtapwatercomfort
activeren el. verw.el.
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
activ. el. verw.el. in verw.mod.
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
activeren van mengklep
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
uitgaand warmtapwater
Instelbereik: 40 - 65 °C
Standaardwaarde: 55 °C
mengklep versterker
Instelbereik: 0,1 – 10,0
Standaardwaarde: 1,0
mengklep stap vertraging
Instelbereik: 10 – 300 s
Standaardwaarde: 30 s
Hier verricht u instellingen voor het warmtapwatercom-
fort.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
activeren el. verw.el.: Het elektrische verwarmingsele-
ment wordt hier geactiveerd als dat in de boiler geïnstal-
leerd is.
activ. el. verw.el. in verw.mod.: Hier activeert u of het
elektrische verwarmingselement in de tank (vereist als
het alternatief hierboven geactiveerd is) toestemming
krijgt om warmtapwater te produceren als de compres-
soren in de warmtepomp voorrang geven aan verwar-
ming.
activeren van mengklep: Hier activeert u of er een
mengklep is geïnstalleerd voor het beperken van de
temperatuur voor warmtapwater vanuit de boiler.
Als dit alternatief geactiveerd is, kunt u de uitgaande
warmtapwatertemperatuur, shuntversterking en
shuntwachttijd instellen voor de mengklep.
uitgaand warmtapwater: Hier kunt u de temperatuur
instellen waarbij de mengklep warmtapwater vanuit de
boiler moet beperken.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
Menu 5.3.11 - modbus
adres
Fabrieksinstelling: adres 1
NIBE F1145
Vanaf Modbus 40 versie 10 kan het adres worden inge-
steld tussen 1 - 247. Eerdere versies hebben een statisch
adres.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
Menu 5.3.12 - afvoer-/aanvoerluchtmodule
laagste temp. afvoerlucht
Instelbereik: 0 – 10 °C
Standaardwaarde: 5 °C
bypass bij temperatuur
Instelbereik: 2 – 10 °C
Standaardwaarde: 4 °C
maanden t. filteralarms
Instelbereik: 1 – 24
Standaardwaarde: 3
laagste temp. afvoerlucht: De minimumtemperatuur
van de afvoerlucht instellen om te voorkomen dat de
warmtewisselaar bevriest.
bypass bij temperatuur: Indien er een ruimtesensor is
geïnstalleerd de overtemperatuur instellen waarbij de
bypassklep hier moet openen.
maanden t. filteralarms: Instellen hoe vaak het filter-
alarm moet worden weergegeven.
Raadpleeg de installatie-instructies voor ERS een beschrij-
ving van de werking.
Menu 5.3.15 - GBM-communicatiemodule
start diff. bijverwarming
Instelbereik: 10 – 2 000 GM
Fabrieksinstelling: 400 GM
hysteresis
Instelbereik: 10 – 2 000 GM
Fabrieksinstelling: 100 GM
Stel hier de gasketel GBM 10-15 in. Selecteer bijvoor-
beeld wanneer de gasketel moet starten. Raadpleeg de
installatie-instructies voor het accessoire voor een be-
schrijving van de werking.
Menu 5.3.16 - vochtigheidssensor
voork. condensatie, syst.
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
RH beperk. in ruimte, syst.
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
Hier selecteert u of uw system(en) het niveau van de re-
latieve vochtigheid (RV) tijdens verwarmen of koelen
moet(en) beperken.
Hoofdstuk 8 |
Regeling - Menu's
55