Voorzichtig!
De schakelaar (SF1) mag niet in de stand " " of
"
" worden gezet voordat de F1145 met water
is gevuld. Componenten in het product kunnen
beschadigd raken.
Elektrisch verwarmingsvermogen in noodstand
Het vermogen van de elektrisch verwarmings element
in de noodstand wordt ingesteld met een dip-switch
schakelaar (S2) op de printplaat van de elektrisch verwar-
mings element (AA1) volgens de onderstaande tabel.
De fabrieksinstelling is 6 kW.
3x400V (maximaal elektrisch vermogen, bij levering
aangesloten 7 kW)
kW
1
2
1
off
off
2
off
off
3
off
off
4
off
off
5
on
off
6
on
off
7
on
off
3x400V (maximaal elektrisch vermogen, ingeschakeld
op 9 kW)
kW
1
2
2
off
off
4
off
off
6
on
off
9
on
off
3x230V
kW
1
2
2
off
off
4
off
on
6
on
on
9
on
on
1x230V -6
kW
1
2
1
off
off
2
off
off
3
off
off
4
off
off
5
on
off
6
on
off
7
on
off
NIBE F1145
3
4
5
off
off
off
on
off
off
on
off
off
on
off
on
on
off
off
on
off
on
on
off
on
3
4
5
off
off
on
on
off
on
on
off
on
on
on
on
3
4
5
off
on
off
off
on
off
off
on
off
on
on
off
3
4
5
off
off
off
on
off
off
on
off
off
on
off
on
on
off
off
on
off
on
on
off
on
3x400V/1x230V
AA1-SF2
In de afbeelding wordt de dip-switch (AA1-SF2) in de fa-
brieksinstelling getoond, d.w.z. 6 kW.
6
on
Noodstand thermostaat
off
De aanvoertemperatuur in de noodstand wordt ingesteld
on
met een thermostaat (FD1-BT30). Deze kan worden in-
gesteld op 35 (voorinstelling, bijvoorbeeld vloerverwar-
off
ming) of 45 °C (bijvoorbeeld radiatoren).
on
off
on
6
off
off
off
Optionele aansluitingen
on
Master/Slave
Er kunnen meerdere warmtepompen (F1145, F1245 en
F1345) worden verbonden door één warmtepomp als
6
master te selecteren en de rest als slaves.
off
De warmtepomp wordt altijd als master geleverd en er
off
kunnen maximaal 8 slaves op worden aangesloten. In
off
systemen met meerdere warmtepompen moet elke
pomp een unieke naam hebben, d.w.z. dat er slechts
off
één warmtepomp "Master" kan zijn en slechts één bij-
voorbeeld "Slave5". Master/slaves stelt u in in menu 5.2.1.
Externe temperatuursensoren en regelsignalen mogen
6
alleen op de master worden aangesloten, met uitzonde-
ring van de externe regeling van de compressormodule.
on
Voorzichtig!
off
on
Als er meerdere warmtepompen samen aange-
sloten zijn (master/slave), moet de externe re-
off
toursensor BT71 worden gebruikt. Als BT71 niet
on
is aangesloten, geeft het product een sensor-
off
fout.
on
Sluit de communicatiekabels zoals afgebeeld in serie aan
op de klemmenstrook X4:15 (A), X4:14 (B) en X4:13
(GND) op de ingangskaart (AA3).
Gebruik kabeltype LiYY, EKKX of soortgelijk.
3x230V
AA1-SF2
För markvärme!
K
L E
För frånluftsvärme!
K
L E
Hoofdstuk 5 |
Elektrische aansluitingen
25