4
Materiaal inleggen
1. Deksel (9 - afb.1) openen en bedieningsveld (16 – afb. 1) naar onderen klappen.
2. Ontgrendelingstoets (14 – afb. 1) indrukken en de printmodule naar boven klappen.
3. Afwikkelaar transferfolie (2) tot een duidelijk voelbare weerstand naar rechts drukken, links uit de geleidingsgroef
(1) trekken en uitnemen.
4. Afwikkelaar transferfolie (2) aan de breedte van de folierol aanpassen. Hiervoor knop (4) indrukken en
verschuiven. De ingestelde rolbreedte wordt aan de schaal (3) van de afwikkelaar van de transferfolie (2)
weergegeven.
5. Folietrol tot aan de knop (4) op de afwikkelaar van de transferfolie (2) schuiven. Erop letten dat de gecoate zijde
van de transferfolie (7) naar het etiketmateriaal wijst.
6. Om de afwikkelaar van de transferfolie (2) opnieuw in te zetten, het rechthoekige einde (5) van de afwikkelaar
tegen de veer in de rechter houder drukken en het linker einde tot aan de aanslag in de geleidingsgroef (1)
schuiven.
7. Printmodule naar onderen klappen (niet vastklikken).
8. Om een lege rol (10) voor de gebruikte transferfolie op de opwikkelaar van de transferfolie (9) in te zetten en de
betreffende rollenbreedte in te stellen, zoals in de punten 3 tot 5 te werk gaan.
9. Om de opwikkelaar van de transferfolie (9) opnieuw in te zetten, het rechthoekige einde (5) van de opwikkelaar
tegen de veer in de rechter houder drukken en het linker einde tot aan de aanslag in de geleidingsgroef (6)
schuiven.
10. Transferfolie (7) over de printkop naar de opwikkelaar van de transferfolie (9) leiden en folie aan de lege rol met
plakband bevestigen.
Wikkelrichting conform de afbeelding in acht nemen en erop letten dat de folie niet verdraaid is.
11. Spanwiel (11) in wikkelrichting draaien tot de folie strak zit.
12. Printmodule aan beide zijden door druk op de gemarkeerde vlakken (8) bevestigen, bedieningsveld (16 - afb. 1)
omhoog klappen en deksel (9 - afb. 1) sluiten.
15