17 Montage van de bovenste en onderste voorflenzen
De dichte flens monteren op de bovenste aansluiting van het voorlid met de pakking Ø 170x222 na deze eerst in lauw water gedompeld
te hebben (4 moeren H 18).
De flens met spuiopening monteren op de onderste aansluiting van het voorlid (opening aan de onderzijde van de flens), met de pakking,
na deze eerst in lauw water gedompeld te hebben (4 moeren H 18).
18 Waterdrukproef
1.
Na de montage van het ketelblok moet de installateur een waterdichtheidstest uitvoeren met een druk gelijk aan 1.3 maal de
werkdruk (dus minimaal een testdruk van 9.75 bar) gedurende tenminste 10 minuten.
Een flens op de aanvoeraansluiting monteren, met een aansluiting aan de bovenkant..
Een dichte flens op de retouraansluiting monteren.
02/04/08 - 300016862-001-A
P 520
17