12
Het uiteinde van de afdichtingskoorden die eventueel boven de leden uitsteken, afsnijden.
13 Montage van de onderste en bovenste trekstangen
Op de onderste trekstangen in de aangeduide volgorde een uitzetveer, een moerplaatje en 1 moer op elk uiteinde monteren (het is
belangrijk dat de gaten van de oren in dezelfde lijn liggen als de gaten van de steunvoeten van het frame, daar de trekstangen dienen
om het frame en het ketelblok samen te stellen.
Stoppen met aandraaien zodra de vrije ruimte tussen de veerwindingen 2 mm bedraagt.
12
P 520
02/04/08 - 300016862-001-A