minimaal vermogen van de motor. Als echter de
uiteinden van het mes hoger dan het midden zijn
of de snijrand hoger dan de onderkant is, betekent
dit dat het mes krom of verbogen is, en moet het
worden vervangen.
5. Monteer het/de mes(sen).
Ongelijke meshoogte
controleren en corrigeren
Indien de messen niet op gelijke hoogte zijn afgesteld,
zullen er na het maaien strepen zichtbaar zijn in het
gazon. Dit probleem kan worden gecorrigeerd door
de messen recht te zetten en ervoor te zorgen dat alle
messen op hetzelfde niveau maaien.
1. Gebruik een waterpas van ongeveer een meter lang
en zoek een horizontaal oppervlak op de grond.
2. Zet de maaihoogte in de hoogste stand; zie
Maaihoogte afstellen.
3. Laat het maaidek neer op een vlak oppervlak.
Verwijder de afdekkappen die boven op het maaidek
zitten.
4. Haak de veer van de beugel van de spanpoelie om de
riemspanning te verminderen.
5. Draai de messen totdat de uiteinden in de
lengterichting liggen. Meet de afstand van de grond
tot de voorste rand van het mes. Noteer deze
afstand. Draai vervolgens hetzelfde mes zodat het
andere uiteinde voor komt en meet opnieuw. Het
verschil tussen de afstanden mag niet meer zijn dan
3 mm. Als dit verschil meer dan 3 mm bedraagt, is
het mes krom en moet het worden vervangen. U
moet alle messen meten.
6. Vergelijk de metingen van de buitenste messen met
het middelste mes. Het middelste mes mag niet
meer dan 10 mm lager zijn dan de buitenste messen.
Indien het middelste mes meer dan 10 mm lager is
dan de buitenste messen, ga dan verder met stap 7
en plaats opvulstukken tussen de spilbehuizing en de
onderkant van het maaidek.
7. Verwijder de bouten, platte ringen, borgringen en
moeren van de buitenste as op de plek waar de
opvulstukken moeten worden geplaatst. Om het
mes hoger of lager te zetten, moet een opvulstuk,
onderdeelnr. 3256-24, tussen de spilbehuizing en de
onderkant van het maaidek worden geplaatst. Ga
verder en controleer de uitlijning van de messen en
plaats opvulstukken totdat de randen van de messen
binnen de gewenste afstand blijven.
Belangrijk: Gebruik niet meer dan drie
opvulstukken voor één opening. Gebruik minder
opvulstukken in naastgelegen openingen indien
er meer dan één opvulstuk voor één opening is
gebruikt.
8. Haak de veer aan de beugel van de arm van de
spanpoelie.
9. Plaats de drijfriemkappen terug.
25