Inhoudsopgave
Advertenties
1. Verwijder de 2 zelftappende schroeven waarmee
het aftakasscherm aan de bovenzijde van de
montageplaat van de tandwielkast op het maaidek is
bevestigd en verwijder het scherm (Figuur 5).
1. Aftakasscherm
2. Plaats het maaidek vóór de tractie-eenheid.
3. Meet de afstand vanaf het uiteinde van de rechter
duwarm tot het midden van de kogelverbinding
(smeernippel) (Figuur 6). Deze afstand moet
ongeveer 70 mm bedragen. Als de afstand niet
70 mm bedraagt, draai dan de contramoer los
waarmee de kogelverbinding aan de duwarm is
bevestigd en draai de kogelverbinding naar binnen
of naar buiten totdat de juiste afstand is bereikt
(Figuur 6). Draai de contramoer nu nog niet vast.
1. Rechter duwarm
2. Zwenkwielarm
3. Beugel van
kogelverbinding
4. Laat iemand anders voorzichtig de duwarm omlaag
duwen tot de openingen in de kogelverbinding zijn
uitgelijnd met de openingen in de zwenkwielarm.
Schuif onmiddellijk een houtblok van 102 x
Figuur 5
Figuur 6
4. Tapbouten en ringen
5. Kogelverbinding
6. Contramoer
102 mm tussen de bovenzijde van de duwarm en de
onderzijde van het chassis.
5. Bevestig de beugel van de kogelverbinding aan de
zwenkwielarm met behulp van 2 tapbouten (7/16 x
3 inch), platte ringen (7/16 inches) en flensmoeren
(7/16 inch). Plaats de platte ringen aan de buitenzijde
van de zwenkwielarm.
6. Draai de grote contramoer vast waarmee de
kogelverbinding aan de duwarm is bevestigd
(Figuur 6). Houd de kogelverbinding recht terwijl
u de contramoer vastdraait om te zorgen voor
een juiste oscillatie tijdens het omhoog en omlaag
brengen van het maaidek. Verwijder zorgvuldig het
houten blok terwijl u de duwarm omlaag houdt.
4
Linker duwarm aansluiten op
het maaidek
Geen onderdelen vereist
Procedure
WAARSCHUWING
De linker duwarm heeft een veerspanning van
ongeveer 68 kg. Als de duwarm plotseling losschiet,
kunt u letsel oplopen.
Er is een tweede persoon nodig om de arm omlaag
te duwen tijdens deze procedure.
1. Verwijder de 2 tapbouten, platte ringen en
flensmoeren waarmee de linker beugel van de
kogelverbinding en kettingbeugel aan de linker
zwenkwielarm zijn bevestigd (Figuur 7). Verwijder de
beugel van de kogelverbinding en de kettingbeugel.
2. Verwijder de borgpen en kroonmoer waarmee de
beugel van de kogelverbinding aan de linker duwarm
op de tractie-eenheid zijn bevestigd. Monteer de
beugel van de kogelverbinding (die u hebt verwijderd
van de zwenkwielarm) aan de duwarm met behulp
van de kroonmoer en de borgpen die u eerder hebt
verwijderd (Figuur 7).
3. Meet de afstand vanaf het uiteinde van de linker
duwarm tot het midden van de kogelverbinding
(smeernippel) (Figuur 7). Deze afstand moet
ongeveer 64 mm bedragen. Als de afstand niet 64
mm bedraagt, draai dan de contramoer los waarmee
11
Advertenties
Inhoudsopgave
