12
Terminal – machinefuncties
12.10 TIM 1.0 (Tractor Implement Management) bedienen
Symbool
STOP
De volgende statusindicaties zijn in de statusregel mogelijk:
Symbool
Bij uitvoering "TIM 1.0"
Met de toetsen kunnen de volgende functies worden bediend. Wanneer de toeten in het grijs
worden weergegeven, is de functie niet beschikbaar.
Symbool
TIM
TIM
12.10.3
TIM-functies activeren
Wanneer de machine uitgeschakeld was en weer ingeschakeld wordt, wordt de registratie en
authenticatie tussen trekker en machine automatisch hersteld.
Om de TIM-functies te activeren, moet alleen nog de verbinding tussen machine en trekker
worden gemaakt.
ü In het menu 14-5 "TIM-software configureren"
•
de gewenste TIM-functies geselecteerd en
146
Toelichting
Bij uitvoering "TIM 1.0": er is een TIM-functie op de machine actief.
Toelichting
TIM-status: de machine bevindt zich in de registratie en de authenticatie met de
trekker.
TIM-status: de machine is geregistreerd en geauthenticeerd. Door de toets
in te drukken, wisselt de TIM-status naar
TIM: status: de machine wacht op bevestiging van de trekker. Door de bevesti-
ging op het terminal of ander bedieningsapparaat van de trekker wisselt de TIM-
status naar
TIM-status: de machine en de trekker zijn met succes verbonden. De machine
neemt geautomatiseerd de besturing van de TIM-functies op de trekker over,
Pagina 145.
Toelichting
TIM
TIM
.
TIM-functies starten (alleen te selecteren bij gesloten ach-
terklep).
TIM-functies pauzeren. Hierbij wordt niet de registratie en
de authenticatie tussen trekker en machine gescheiden.
(zie
Pagina 181) werden
.
Comprima CV 150 XC
Originele handleiding 150001057_02_nl
TIM
zie