30-BEVEILIGINGEN EN ALARMEN
SIGNALERING VAN ALARMEN
Wanneer er zich een werkingsstoring voordoet, gaat de kachel in alarm en verschijnt de aard van het probleem dat zich voordoet op het
paneel aan de hand van een code, een korte beschrijving van de aard van het alarm en een akoestische waarschuwing.
De volgende tabel beschrijft de mogelijke alarmen die door de kachel worden gemeld en die aan de respectievelijke codes toegekend zijn
die op het paneel verschijnen, alsook handige tips om het probleem op te lossen.
TEKST OP HET DISPLAY AARD VAN HET PROBLEEM
A01
GEEN INSCH.
A02
GEEN VLAM
A03
BEVEILIGING PLT
(SIC1)
A04
TEMP ROOK
A05
VERSTOPPING
A08
VENT.ROOK
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Verveelvoudiging verboden
Geen ontsteking van het vuur. (zonder
geluidsalarm)
Abnormaal doven van het vuur. (zonder
geluidsalarm)
Temperatuur pelletvoorraadbak te hoog
De
temperatuur
van
rookgassen heeft bepaalde vooraf ingestelde
veiligheidslimieten overschreden.
Verstopping rookkanaal - wind.
De rookextractor slaagt er niet in om de
primaire lucht te garanderen die nodig is voor
een correcte verbranding.
Slechte werking van de rookgasventilator
OPLOSSING
Controleer het niveau van de pellets in de
voorraadbak.
Controleer of de vuurpot correct in zijn zitting is
geplaatst en of er geen afzettingen of onverbrande
pellets zijn.
Controleer of de bougie opwarmt.
Leeg en reinig de vuurpot zorgvuldig voordat een
nieuwe inschakeling uitgevoerd wordt.
Controleer het niveau van de pellets in de
voorraadbak.
Controleer of de vuurpot correct in de zitting is
geplaatst en of er geen onverbrande afzettingen
aanwezig zijn.
De structuur is te heet omdat het product te lang op
het maximumvermogen heeft gewerkt of omdat er
weinig ventilatie is. Wanneer de kachel koud genoeg
is, verwijdert u het alarm op het paneel van de kachel
of via de app. Als het alarm geannuleerd is, kan men
de kachel weer normaal inschakelen.
De kachel gaat automatisch uit. Laat de kachel
enkele minuten afkoelen en schakel hem daarna
de
afgevoerde
weer in. Controleer de afvoer van de rookgassen en
controleer het gebruikte type pellets op basis van de
aanwijzingen in hoofdstuk 2 van deze handleiding.
Als het alarm aanhoudt, neem dan contact op met het
assistentiecentrum.
Controleer de rookgasleiding.
Moeizame trek of verstopping van de vuurpot.
Controleer of de vuurpot verstopt is door afzettingen en
reinig de pot zo nodig.
Controleer de rookgasleiding en de luchtinlaat en
reinig ze eventueel.
Controleer de staat van de ventilatorruimte en kijk of
er vuil is dat de ventilator blokkeert. Volstaat dit niet
dan is de ventilator voor de rookafvoer defect. Neem
contact op met een erkende assistentiedienst om de
vervanging uit te voeren.
45