30-BEVEILIGINGEN EN ALARMEN
HET IS VERBODEN DE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN ONKLAAR TE MAKEN.
Indien de kachel NIET wordt gebruikt zoals voorgeschreven in onderhavige handleiding, wijst de fabrikant
alle aansprakelijkheid af in geval van materiële en lichamelijke schade. Bovendien wijst de constructeur alle
aansprakelijkheid af voor letsels aan personen of schade aan voorwerpen als de regels die aangeduid worden in
deze handleiding niet worden gerespecteerd, en als het volgende niet wordt gerespecteerd:
•
Wanneer het onderhoud, reiniging en reparaties uitgevoerd worden, moeten alle maatregelen en/of
voorzorgsmaatregelen getroffen worden.
•
Maak de veiligheidsvoorzieningen niet onklaar.
•
Verwijder de veiligheidsvoorzieningen niet.
•
De kachel moet aangesloten worden op een doeltreffend systeem voor de rookafvoer.
•
Het vertrek waar de ketel wordt geïnstalleerd, moet voldoende verlucht zijn.
Pas nadat de oorzaak van de inwerkingtreding van het veiligheidssysteem verholpen is, kan het product weer
ingeschakeld worden zodat de automatische werking van de sonde wordt hersteld. Om te weten welke storing
zich voordeed, moet deze handleiding geraadpleegd worden; voor ieder alarmbericht dat door het toestel wordt
weergegeven, wordt uitgelegd hoe gehandeld moet worden om het probleem te verhelpen.
44