Fibre Channel-poorten
De Fibre Channel-poorten hebben het opschrift FC 1 en FC 2 (zie
Elke poort biedt een 1-Gb/2-Gb Fibre Channel-interface voor aansluiting op
opslagsystemen, Fibre Channel-switches, Fibre Channel-hosts of andere HP
opslagnetwerkproducten. Elke Fibre Channel-poort kan worden geconfigureerd
als een van de volgende poorttypes: G_poort, GL_poort, F_poort, FL_poort of
TL_poort. Elke poort gebruikt een SFP (Small Form-factor Pluggable)-module
voor aansluiting op het fysieke medium van de poort. Zie appendix B
'Pinindelingen van kabels en poorten' voor de specificaties van de SFP-module.
Elke Fibre Channel-poort heeft lampjes die de status ervan aangeven, zoals
beschreven in het volgende gedeelte 'Lampjes op het voorpaneel'.
Lampjes op het voorpaneel
De lampjes op het voorpaneel geven statusinformatie over het chassis en de
poorten van de Storage Router (zie
■
■
■
■
■
hp StorageWorks iSCSI storage router 2122 - gebruikershandleiding
Elke Gigabit Ethernet-poort, GE 1 en GE 2, heeft vier lampjes, met de
opschriften LINK, RX, TX en FAULT. De lampjes bevinden zich links
en rechts van elke Gigabit Ethernet-poort.
De lampjes FAULT, STATUS en POWER geven de algemene status
van de Storage Router aan. Deze lampjes bevinden zich links van de
CONSOLE-poort.
De 10/100 Ethernet-beheerpoort, MGMT 10/100, heeft twee lampjes,
met de opschriften ACT en SPEED. Het lampje ACT bevindt zich
in de linkerbenedenhoek van de poort; het lampje SPEED in de
rechterbenedenhoek.
De 10/100 Ethernet HA-poort, HA 10/100, heeft twee lampjes, met
de opschriften ACT en SPEED. Het lampje ACT bevindt zich in
de linkerbenedenhoek van de poort; het lampje SPEED in de
rechterbenedenhoek.
Elke Fibre Channel-poort heeft twee lampjes, met het opschrift LINK
en FAULT. De lampjes bevinden zich links en rechts van elke Fibre
Channel-poort.
Afbeelding
4).
Productoverzicht
Afbeelding
3).
5