Verificatie configureren
Beveiligingsservices configureren
Het configureren van beveiligingsservices bestaat uit het instellen van de juiste
parameters voor de verschillende serviceopties die kunnen worden gebruikt
door de Storage Router. De Storage Router kan gebruik maken van één of alle
ondersteunde beveiligingsservices.
Gebruik de volgende procedures om de Storage Router te configureren om
de gewenste beveiligingsservices te gebruiken:
■
■
■
RADIUS-servers
Configureer met de opdrachten in de volgende procedure
de RADIUS-beveiligingsservices:
1. enable: Schakel de beheerdersstand in.
2. radius-server host 10.5.0.53: Specificeer de RADIUS-server die
3. radius-server host 10.6.0.61: Specificeer een secundaire
4. radius-server key rad123SN: Configureer de algemene verificatie- en
120
RADIUS-servers, pagina 120
TACACS+
hosts, pagina 121
Lokale database van
moet worden gebruikt voor AAA-verificatieservices. Specificeer bijvoorbeeld
de RADIUS-server op 10.5.0.53 voor gebruik door de Storage Router.
Omdat er geen poort is gespecificeerd, gebruiken de verificatieverzoeken de
standaard UDP-poort 1645. Ook worden algemene waarden gebruikt voor
time-outperioden en herverzending.
RADIUS-server. Toegang tot RADIUS-servers gebeurt in de volgorde waarin
deze worden gedefinieerd. Specificeer bijvoorbeeld de RADIUS-server op
10.6.0.61 als de tweede RADIUS-server die moet worden gebruikt voor
AAA-verificatieservices.
coderingssleutel die moet worden gebruikt voor alle RADIUS-communicatie
tussen de Storage Router en de RADIUS-daemon. Stel de sleutel bijvoorbeeld
in op rad123SN. Deze sleutel moet overeenkomen met de sleutel die wordt
gebruikt op de RADIUS-daemon.
hp StorageWorks iSCSI storage router 2122 - gebruikershandleiding
gebruikersnamen, pagina 121