CDP uitschakelen voor geselecteerde interfaces
CDP kan worden in- of uitgeschakeld voor de beheer-, HA- en gigabit
Ethernet-interfaces op de Storage Router. Standaard zijn alle interfaces ingeschakeld
voor CDP. Schakel met de volgende procedure CDP uit voor een interface:
1. enable: Schakel de beheerdersstand in.
2. no cdp interface ge2 enable: Schakel CDP uit op de gewenste
3. show cdp interface: Controleer of CDP is uitgeschakeld voor
4. save system bootconfig: Sla de CDP-wijziging op in de
Waarden voor CDP-holdtime en time-out wijzigen
Holdtime is de tijdsduur dat het ontvangende apparaat een CDP-pakket van de
Storage Router moet vasthouden voordat het wordt verwijderd. De waarde voor de
CDP-holdtime moet worden ingesteld op een hoger getal dan de CDP-timerwaarde
(de tijd tussen CDP-transmissies van de Storage Router). De standaard
CDP-holdtime is bijvoorbeeld 180 seconden. De standaard CDP-timerwaarde
is 60 seconden.
Wijzig met behulp van de volgende procedure de CDP-holdtime en
CDP-timerwaarde:
1. enable: Schakel de beheerdersstand in.
2. show cdp: Controleer de huidige CDP-configuratie.
3. cdp holdtime 300: Stel het aantal seconden dat een ontvangend apparaat
4. cdp timer 120: Stel het aantal seconden tussen twee verzendingen van
5. show cdp: Controleer de nieuwe CDP-configuratie. (Optioneel)
6. save system bootconfig: Sla de CDP-wijzigingen op in de
hp StorageWorks iSCSI storage router 2122 - gebruikershandleiding
interface ge2.
de interface.
opstartconfiguratie van de Storage Router. (Optioneel)
het CDP-pakket van de Storage Router moet vasthouden in op 300.
CDP-pakketten van de Storage Router in op 120.
opstartconfiguratie van de Storage Router. (Optioneel)
Onderhoud en beheer van de Storage Router
169