9 Aansluiting signalen externe vloeistofvoorziening
De machine kan twee "activeringssignalen" leveren voor de inspuitpompen voor de externe vloeistoftoevoer. De sig-
nalen zijn 220-240 VAC, max. 5 A, en moeten daarom worden omgeleid en aangesloten in overeenstemming met de
van toepassing zijnde codes.
CN5 op de elektriciteitsmodule op de rechterachterhoek van de machine, en op uw pompen. De signalen zijn als
volgt:
• CN5-1,2: SIGNAAL VOOR WASMIDDEL EN SIGNAAL VOOR BLEEKMIDDEL
• CN5-3,4: SIGNAAL VOOR WASVERZACHTER
Elk activeringssignaal wordt gedurende 30 seconden geactiveerd bij de start van het bijbehorende gedeelte van een
wasprogramma. De connector van de wasmiddelpomp en bleekmiddelpomp moet worden aangesloten op CN5-1, 2,
de klemmen daarvan kunnen niet worden gescheiden en moeten geïntegreerd worden. Tijdens het wassen worden
de signalen van de wasmiddelpomp en de bleekmiddelpomp tegelijk geactiveerd. De connector van de wasverzach-
terpomp moet worden aangesloten op CN5-3, 4.
WEERGAVE CN-INGANG
CN1
Thermische beveiliging motor
CN3
Vermogensingang
CN4
Verwarmingsbuis
CN5
Aansluiting signalen vloeistofvoorziening
CN6
Inlaatklep
CN7
Afvoerpomp
CN13
Deurvergrendeling
CN23
Temperatuursensor verwarming
CN22
Communicatie met display PCB
CN17
Tachometer motor
Installatiehandleiding
1
2
3
4
19
fig.W01605