Installatiehandleiding 1 Veiligheid • Reparaties mogen alleen door geautoriseerd personeel worden uitgevoerd. • Er mogen alleen goedgekeurde reserveonderdelen, accessoires en verbruiksartikelen worden gebruikt. • Gebruik alleen wasmiddel dat bedoeld is voor in water gewassen textiel. Gebruik nooit droogreinigingsmiddelen. • De machine moet worden aangesloten met nieuwe waterslangen. Gebruikte water- slangen mogen niet gebruikt worden.
Installatiehandleiding – Het apparaat mag gebruikt worden in een openbaar toegankelijke ruimte. Als het apparaat op een openbare plek wordt geïnstalleerd, kunnen alleen de onder- staande segmenten worden geselecteerd: Automatische dosering appartement Handmatige dosering appartement Flatgebouw Matten Wasserette Wasserette Wascomat Wasserette Mench Camping/Jachthaven Andere zelfbediening...
Installatiehandleiding In het geval dat meerdere machines door dezelfde operator worden beheerd, neemt het aantal herhaalde bewegin- gen toe en als gevolg daarvan neemt het daarmee samenhangende biomechanische risico exponentieel toe. Volg de onderstaande aanbevelingen om lichamelijk letsel bij operators zo veel mogelijk te vermijden. •...
• vervanging van lampen, filters of verbruiksartikelen; • alle accessoires en software die niet zijn goedgekeurd of niet gespecificeerd worden door Electrolux Professional. Tot de garantie behoren geen geplande onderhoudsactiviteiten (met inbegrip van de daarvoor benodigde onderde- len) of de levering van reinigingsmiddelen, tenzij specifiek gedekt binnen een plaatselijke overeenkomst die onderhe- vig is aan plaatselijke algemene voorwaarden.
Installatiehandleiding 3 Technische gegevens 3.1 Tekening 3.1.1 WH6-7, WH6-8, WH6-11 fig.X01114 Display Deuropening, WH6–7, WH6–8: ⌀ 310 mm, WH6–11: ⌀ 365 mm Wasmiddelreservoir Koud water Heet water Koud/heet water of hergebruikt water met netwerkdruk (optie) Hergebruikt water uit tank/pomp of toevoer van vloeibaar wasmiddel Afvoer Toevoer vloeibaar wasmiddel Elektrische aansluiting...
Installatiehandleiding 3.1.2 WH6–14 fig.X01116 Display Deuropening, WH6–14: ⌀ 395 mm Wasmiddelreservoir Wasmiddelreservoir (optie) Koud/heet water (zeepbakje) Koud water Heet water Koud/heet water of hergebruikt water met netwerkdruk (optie) Hergebruikt water uit tank/pomp of toevoer van vloeibaar wasmiddel Afvoer Toevoer vloeibaar wasmiddel Elektrische aansluiting Stoomaansluiting WH6–14...
Installatiehandleiding 3.1.3 WH6-20, WH6-27, WH6-33 fig.X01115 Display Deuropening, WH6–20, WH6–27, WH6–33: ⌀ 435 mm Wasmiddelreservoir Wasmiddelreservoir (optie) Koud/heet water (zeepbakje) Koud water Heet water Koud/heet water of hergebruikt water met netwerkdruk (optie) Hergebruikt water uit tank/pomp of toevoer van vloeibaar wasmiddel Afvoer Toevoer vloeibaar wasmiddel Elektrische aansluiting...
Installatiehandleiding 4 Instellingen 4.1 Verwijdering verpakking 4.1.1 WH6-7, WH6-8, WH6-11 Verwijdering van de bouten tussen de machine en de pallet Verwijder het voor- en achterpaneel. fig.X01120F Verwijder de bouten tussen machine en pallet. fig.X01121 Verwijder de machine van de pallet. Let op: De machine voorzichtig behandelen bij het verplaatsen.
Pagina 14
Installatiehandleiding Verwijdering van de transportbeveiligingen Als de machine op zijn uiteindelijke plaats of vlakbij zijn uiteindelijke plaats is neergezet, verwijder dan de vier trans- portsteunen. Bewaar de transportsteunen als de machine in de toekomst nog eens verplaatst moet worden. Let op: Ga voorzichtig met de machine om nadat de transportsteunen zijn verwijderd om schade aan de ophang- ingscomponenten te voorkomen.
Installatiehandleiding 4.1.2 WH6–14, WH6–20, WH6–27, WH6–33 Verwijdering van de bouten tussen de machine en de pallet Let op: Het wordt aanbevolen om de machine door twee personen te laten uitpakken. Verwijder de zijpanelen. Verwijder het voor- en achterpaneel. fig.X01123 Verwijder de bouten tussen machine en pallet. fig.X01124 Verwijder de machine van de pallet.
Pagina 16
Installatiehandleiding Verwijdering van de transportbeveiligingen Als de machine op zijn uiteindelijke plaats of vlakbij zijn uiteindelijke plaats is neergezet, verwijder dan de vier trans- portsteunen. Bewaar de transportsteunen als de machine in de toekomst nog eens verplaatst moet worden. Let op: Ga voorzichtig met de machine om nadat de transportsteunen zijn verwijderd om schade aan de ophang- ingscomponenten te voorkomen.
Installatiehandleiding 4.3 Plaatsing Installeer de machine nabij een afvoerput of een open afvoer. De machine moet zo worden geplaatst dat er voldoende ruimte is voor het uitvoeren van werkzaamheden door zowel de gebruiker als servicepersoneel. De afbeelding toont de minimale afstand t.o.v. een wand en/of andere machines. Wanneer de voorgeschreven af- standen niet in acht worden genomen, verhindert dit gemakkelijke toegang voor onderhouds- en servicehandelingen.
Pagina 19
Installatiehandleiding WH6–7 WH6–8 WH6–11 WH6–14 WH6–20 WH6–27 WH6–33 Plaats de machine boven op de twee boorgaten. De gaten bevinden zich aan de voorkant van de machine. Stel de machine waterpas met de stelvoeten van de machine. Schroef de stelvoeten zoveel mogelijk in, vóór het wa- terpas stellen van de machine.
Installatiehandleiding 5 Montage op schepen De maximale toegestane helling in alle richtingen is 4° Om de stabiliteit van de machine te waarborgen, moet de machine wordt vastgezet aan de vloer.
Installatiehandleiding 6 Wateraansluiting Alle waterinvoeraansluitingen van de machine moeten worden voorzien van handmatige afsluitkleppen en filters, om installatie en service te vergemakkelijken. Waterleidingen en -slangen moeten door worden gespoeld voor installatie. De machine moet worden aangesloten met nieuwe waterslangen. Gebruikte waterslangen mogen niet gebruikt worden.
Pagina 22
Installatiehandleiding Waterdruk: Continue bedrijfsdruk: 50-800 kPa (0,5-80 kp/cm Maximum: 1000 kPa (10 kp/cm Aanbevolen: 200–600 kPa (2–6 kp/cm Let op: Wanneer de waterdruk onder de mininimumwaarde is gedaald, kan het wasresultaat voor bepaalde program- ma’s niet worden gegarandeerd.
Installatiehandleiding 7 Aansluiten van externe doseersystemen Afhankelijk van welk type doseersysteem wordt aangesloten, volgt u de instructies die bij het doseersysteem zijn bijgesloten. Hieronder staan enkele voorbereidingen die op de machine kunnen worden uitgevoerd. 7.1 Jetsave en Dosave 7.1.1 Aansluiting van de slang De machine is voorbereid om te worden aangesloten op de doseersystemen Jetsave en Dosave.
Installatiehandleiding 8 Afvoer aansluiting Sluit een leiding of rubberen slang van 75 mm (50 mm voor modellen WH6–7-WH6–11) aan op de afvoerbuis van de machine, om een neerwaartse stroming vanaf de machine te garanderen. Vermijd scherpe bochten, die een goede afvoer kunnen belemmeren.
Installatiehandleiding 9 Elektrische aansluitingen 9.1 Elektrische installatie De elektrische installatiewerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Machines met frequentiegeregelde motoren kunnen incompatibel zijn met bepaalde soorten aardlekschakelaars. Het is van belang om te weten dat de machines zijn ontworpen voor een zo hoog mogelijke persoonlijke veilig- heid, daarom zijn onderdelen zoals een aardlekschakelaar niet noodzakelijk, maar wel aanbevolen.
Installatiehandleiding 9.3 Machineaansluiting met ferriet 9.3.1 WH6–14, WH6–20, WH6–27, WH6–33 Om het goedgekeurde EMC-niveau te verkrijgen, is het verplicht om ferriet te gebruiken, dat bij bovengenoemde mo- dellen wordt meegeleverd. (Merk op dat dit alleen voor die modellen geldt). Voordat de machine wordt aangesloten, moet de aardingsdraad (PE) om de ferriet worden gewikkeld. Bereid de elektriciteitskabel voor door ervoor te zorgen dat de aardingsdraad (PE) langer is dan de andere draden, volgens de tabel.
Installatiehandleiding 9.4 Machineaansluiting Sluit de aarde en andere draden aan volgens de tabel. Enkelfase-aansluiting 3-fasen aansluiting 1NAC L2 L3 3N AC L2 L3 1N/1 3N AC L2/N Enkelfasige machines kunnen worden gevoed door aansluiting tussen een fase en neutraal of door aansluiting tus- sen twee fasen.
Installatiehandleiding 9.5 Aansluiting met afsluitweerstand Om de stabiliteit van de inwendige gegevensbus in stand te houden, is het verplicht om de connector met afsluit- weerstand te gebruiken die met alle machines wordt meegeleverd. Sluit de connector met afsluitweerstand aan op aansluiting B aan de achterkant van de machine. fig.X01168A...
Installatiehandleiding 9.6 Aansluiting van externe functies 9.6.1 Uitgangen Afhankelijk van de configuratie van de machine zijn de uitgangen volgens onderstaande tabel geconfigureerd: Aansluiting Config. 22A Config. 22B Klem 12 Stoomklep (indien dubbele verwarming) Stoomklep (indien dubbele verwarming) Klem 13 n.v.t. Vloeistof 1 Klem 14 n.v.t.
Installatiehandleiding 9.6.2 Ingangen Afhankelijk van de configuratie van de machine zijn de ingangen volgens onderstaande tabel geconfigureerd: Aansluiting Config. 22A Config. 22B Klem 5 Start inschakelen Start inschakelen Klem 6 Starten/stoppen op afstand Starten/stoppen op afstand Klem 7 Munt 1 Munt 1 Klem 8 Pauze...
Installatiehandleiding 9.7 Functies voor I/O-kaarten Het elektrische schema kan één van de volgende zijn: 9.7.1 Start inschakelen (22A, 22B) Dit signaal kan gebruikt worden om de start van het programma mogelijk te maken als de machine op stand-by staat. Als er toestemming om te starten is gegeven, moet het signaal van het centrale betaalsysteem of boekingssysteem actief (hoog) blijven totdat de machine start.
Installatiehandleiding 9.7.2 Starten/stoppen op afstand (22A, 22B) Dit signaal kan gebruikt worden om het programma te starten als de machine op standby staat, om de cyclus te pau- zeren als hij loopt en om een cyclus voort te zetten als hij gepauzeerd is. Het centrale betaalsysteem moet een puls afgeven om het programma te starten.
Installatiehandleiding 9.7.3 Externe muntautomaat/centraal betalingssysteem (22A, 22B) Het signaal dat wordt ontvangen van externe muntautomaten, moet een puls zijn van 300-3000 ms (500 ms wordt aanbevolen) met een minimale pauze van 300 ms (500 ms wordt aanbevolen) tussen twee pulsen. Con 112 A122 I/O type...
Installatiehandleiding 9.7.4 Pauze (22A, 22B) Dit signaal kan gebruikt worden om het programma terwijl hij loopt te pauzeren. Als het signaal geactiveerd wordt, pauzeert het programma zolang het signaal actief (hoog) blijft, bijv. terwijl gewacht wordt tot het centrale doseersysteem klaar is. Con 112 A122 I/O type...
Installatiehandleiding 9.7.5 Dubbele verwarming (22A, 22B) Deze uitgang wordt gebruikt om de stoomklep te activeren op machines die zijn gemaakt voor dubbele verwarming. Con 112 A122 I/O type Function Steam valve (if Dual heating) fig.X01693...
Installatiehandleiding 9.7.6 Activeringssignalen voor doseringssysteem zonder besparing (22B) De volgende uitgangen kunnen gebruikt worden als activeringssignalen voor een doseringssysteem of voor active- ring van externe pompen. Con 112 A122 I/O type Function 230V +24V fig.X01710...
Installatiehandleiding 9.7.7 Dubbele verwarming en activeringssignalen voor doseringssysteem zonder besparing (22B) Op machines met dubbele verwarming hebben de activeringssignalen betrekking op de inwendige stroomvoorzie- ning (230 V). In dit geval zijn geen andere stroombronnen toegestaan. Con 112 A122 I/O type Function fig.X01711...
Installatiehandleiding 9.8 Verwarmingselementen ombouwen 9.8.1 WH6–7, WH6–8 en WH6–11 kunnen omgebouwd worden van 400-415 V 3AC naar 230-240 V 1AC met een lager vermogen Schakel de stroom naar de machine uit. Demonteer het voorpaneel en verwijder de kap van de verwarmingselementen. Verwijder de blauwe kabels.
Installatiehandleiding 9.8.2 WH6–14 kunnen worden omgebouwd van 380-415 V 3N AC naar 220-240 V 1N AC met een lager vermogen Schakel de stroom naar de machine uit. Demonteer het dekpaneel van de elektrische aansluitingen. Verwijder de kabels die zijn aangesloten op K21:2 en K22:6. Verplaats de resterende kabels van L2 en L3 naar L1 of N, volgens de afbeelding.
Installatiehandleiding 10 Stoomaansluiting Inlaatleidingen die zijn aangesloten op de machine, moeten zijn uitgerust met een handbediende afsluitklep om in- stallatie en onderhoud te vergemakkelijken. De aansluitslang moet van het type ISO/1307- 1983 of gelijkwaardig zijn. Maat van de aansluiting op het filter: DN 15 (BSP 1/2"). Demonteer het bovenpaneel (A).
Installatiehandleiding 11 Stoomaansluiting voor dubbele verwarming (optie voor WH6-14, WH6-20, WH6-27, WH6-33 ) Inlaatleidingen die zijn aangesloten op de machine, moeten zijn uitgerust met een handbediende afsluitklep om in- stallatie en onderhoud te vergemakkelijken. De aansluitslang moet van het type ISO/1307- 1983 of gelijkwaardig zijn. Maat van de aansluiting op het filter: DN 15 (BSP 1/2").
Pagina 44
Installatiehandleiding Verbind de afgesneden draden met aansluiting 11 en 12 op de I/O-kaart. fig.X01689 Verbind de jumpers tussen aansluiting 1 en 9 en tussen aansluiting 2 en 10 op de I/O-kaart. fig.X01690 Vereiste stoomdruk: • minimum: 50 kPa (0.5 kp/cm •...
Installatiehandleiding 12 Bij de eerste maal opstarten Wanneer de installatie is voltooid en de stroom voor de eerste maal wordt aangesloten, moet u bepaalde instellingen uitvoeren. Volg de aanwijzingen op het scherm. Als één instelling is voltooid, wordt de volgende automatisch geopend.
Installatiehandleiding 13 Controle van de werking Mag alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Na voltooiing van de installatie en voordat de machine in bedrijf mag worden gesteld, moet de werking worden gecontroleerd. Open de handbediende waterkleppen. Start een programma. • Controleer of de trommel normaal draait en of er geen ongewone geluiden zijn. •...
Installatiehandleiding 14 Informatie m.b.t. afvoeren 14.1 Afvoeren van het apparaat aan het einde van de levensduur Voordat u begint aan de sloop van de machine, adviseren wij u de fysieke toestand van de machine zorgvuldig te controleren, met name of er geen delen van de structuur verzwakt of gebroken zijn. De onderdelen van de machine moeten gescheiden worden afgevoerd op grond van hun verschillende eigenschap- pen (bijv.
Pagina 48
Electrolux Professional AB 341 80 Ljungby, Sweden www.electroluxprofessional.com...