Over de printer
Het bedieningspaneel gebruiken
Onderdeel van bedie-
ningspaneel
1
Aan/uit
2
Startscherm (knop)
3
Knop Terug (Back)
4
Knop Starten
5
indicatielampje
6
Display
Uitleg over de status van het indicatielampje
indicatielampje
Printerstatus
Uit
De printer is uitgeschakeld.
Onafgebroken blauw De printer is gereed.
Knipperend blauw
De printer is bezig met afdrukken of verwerken van gegevens.
Knippert rood
De printer vereist interventie door de gebruiker.
Brandt oranje
De printer bevindt zich in de slaapstand.
Knippert oranje
De printer bevindt zich in de diepe slaap- of sluimerstand.
Functie
•
De printer in- of uitschakelen.
Opmerking: Om de printer uit te schakelen, houdt u de aan/uit-knop gedurende
vijf seconden ingedrukt.
•
Hiermee zet u de printer in de slaapstand.
•
Hiermee haalt u de printer uit de slaap- of sluimerstand.
Naar het startscherm gaan.
Hiermee kunt u terug naar het vorige scherm.
Een afdruktaak starten.
De status van de printer controleren.
•
Hiermee bekijkt u berichten en de supply-status van de printer.
•
De printer configureren en bedienen.
9